Algemene beschrijving Een plasbrand ontstaat doordat de ladingtank van de tanker openscheurt na bijvoorbeeld een aanvaring. Hierdoor ontstaat een gat en stroomt een groot deel van de benzine in korte tijd uit. De benzine verspreidt zich over het water en bereikt de kade. Ontsteking van de plas leidt tot een korte hevige brand. De stromingssnelheid van het water is van invloed op de grootte en de vorm van de plas. Door de stroming van het water kan er een ongecontroleerde verspreiding van de plas plaatsvinden. Effecten De effecten van een plasbrand zijn warmtestraling en rook. Hierdoor kunnen slachtoffers, schade en brand in de omgeving ontstaan.
Verberg alle gedetailleerde informatie
Modelleringsoftware Effects file |
TNO Effects 11.1.0: Liquid release; poolfire: two zone model. |
Uitgangspunten | |
Stofnaam | Winter Grade Gasoline Sample (winterbenzine) |
Inhoud tank | 3000 m3 [1] |
Diameter uitstroom | 1100 mm [2] |
Omgevingstemperatuur | 9 °C |
Watertemperatuur | 9 °C |
Temperatuur in tank | 9 °C |
Windrichting | West |
Windsnelheid | 5 m/s |
Oppervlak plasbrand | 55000 m2 [3] |
Observatiehoogte | 1,5 m |
Blootstellingduur personen | 20 s |
Resultaten | |
Vrijgekomen massa | 890 ton [4] |
Representatief debiet | 4500 kg/s [5] |
Duur van de plasbrand | 4 minuten |
Max. diameter van de plasbrand | 265m (R=130m) [6] |
Lengte van de vlammen | 170m |
Temperatuur van de vlammen | 960 °C |
De kans op een plasbrand benzine na een ongeval met een tanker wordt bepaald door de kans op een ongeval, de kans dat daarbij benzine uitstroomt, de kans op een grote uitstroming en de kans op ontsteking van de plas. Factoren die de kans van optreden beïnvloeden zijn:
- Het aantal scheepvaartbewegingen en hoeveelheid gevraalijke stoffen over het water;
- Verhouding beroepsvaart – recreatievaart;
- Verhouding zeevaart – binnenvaart;
- Complexiteit verkeersbeeld;
- Aard en aantale recreatieve activiteiten;
- Invloed van getijdewisseling.
De effecten van een plasbrand zijn warmtestraling en rook. Hierdoor kunnen slachtoffers, schade en brand in de omgeving ontstaan [7]. warmtestraling is in combinatie met de blootstellingsduur bepalend voor het slachtoffer- en schadebeeld. In de tabel hieronder zijn de effecten van warmtestraling weergegeven.
In de onderstaande tabellen zijn de effecten van warmtestraling weergegeven. De tabel effectafstanden en gevolgen geeft 3 ringen aan. Binnen de eerste ring komt 99% van de aanwezigen te overlijden. In de tweede ring komen aanwezigen te overlijden of kunnen slachtoffer worden. In de derde ring vallen geen doden maar kunnen aanwezigen nog wel slachtoffer worden. De grens van de derde ring geeft aan tot waar eerstegraads brandwonden kunnen voorkomen. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de bescherming van bijvoorbeeld gebouwen komen mensen te overlijden (†) of raken gewond: van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Het type trauma[8] is brandwonden over een groot deel van het lichaam. De schade aan objecten varieert van onherstelbare schade tot lichte schade. De effectafstanden zijn berekend vanaf de rand van de plas[9].
De rand van de plas simuleert tevens de kade. Het rekenen vanaf de kade geeft een duidelijk beeld van de effecten en de mogelijke gevolgen op land.
De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand, warmtestraling versus afstand en warmtestralingscontouren.
Tabel Effectafstanden en gevolgen [10]
Tabel effecten personen buiten
Effectafstand (meter) | Warmtestraling (kW/m2) | Slachtoffers buiten (0 % bescherming) | Slachtoffers buiten zomerkleding (40 % bescherming) | Slachtoffers buiten winterkleding (85 % bescherming) |
||||||||||
† | T1 | T2 | T3 | † | T1 | T2 | T3 | † | T1 | T2 | T3 | |||
1e ring | ≤ 150 | ≥ 35 | 100 | 0 | 0 | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 96 | 3 | 0 | 0 |
Grens 1e ring: 99% letaal | 150 | 35 | 99 | 1 | 0 | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 15 | 84 | 1 | 0 |
2e ring | 150 tot 230 | 35 tot 10 | 32 | 11 | 0 | 55 | 20 | 22 | 0 | 55 | 5 | 27 | 11 | 55 |
Grens 2e ring: 1% letaal | 230 | 10 | 1 | 1 | 0 | 86 | 1 | 1 | 0 | 86 | 0 | 1 | 1 | 86 |
3e ring | 230 tot 330 | 10 tot 4 | 0 | 0 | 0 | 28 | 0 | 0 | 0 | 28 | 0 | 0 | 0 | 28 |
Grens 3e ring: 1% 1e grd brw | 330 | 4 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
Tabel effecten personen binnen en schade aan objecten
Effectafstand (meter) | Warmtestraling (kW/m2) | Schade aan objecten | Slachtoffers binnen (0% bescherming) | ||||
† | T1 | T2 | T3 | ||||
1e ring | ≤ 150 | ≥ 35 | Onherstelbare schade Alle brandbare materialen gaan branden | 50 | 1 | 0 | 3 |
Grens 1e ring | 150 | 35 | 4 | 2 | 0 | 44 | |
2e ring | 150 tot 230 | 35 tot 10 | Gemiddelde schade Brandhaarden, vervorming van hout en kunststof. Breuk dubbelglas tot 175 meter. | 1 | 0 | 0 | 9 |
Grens 2e ring | 230 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3e ring | 230 tot 330 | 10 tot 4 | Lichte schade Geen branden, afbladderen verf en ernstige verkleuringen. Breuk enkel glas tot 230meter. | 0 | 0 | 0 | 0 |
Grens 3e ring | 330 | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Grafiek letaliteit vs. afstand [11]
Grafiek warmtestraling vs. afstand
Contouren warmtestraling
Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een plasbrand op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven. [12]
Mogelijk handelingsperspectief
Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is bevorderlijk.
- Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten (uit het zicht van de brand, onder dekking van objecten zoals muren).
- Als er schuilmogelijkheden zijn, is dekking zoeken of een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
- Voor personen binnen is het handelingsperspectief binnen blijven en schuilen (sluiten van binnendeuren vertraagt de uitbreiding van een eventuele brand).
- Als secundaire branden optreden, is het handelingsperspectief vluchten aan de schaduwzijde van het gebouw ten opzichte van de plasbrand (extra beschermende kleding beperkt de blootstelling).
Randvoorwaarden
De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Het verloop van het ongevalsscenario:
- De snelheid waarmee het scenario plasbrand zich voltrekt is afhankelijk van het ontstekingsmoment.
- Na ontsteking zijn direct of in korte tijd de effecten merkbaar en duurt de brand ongeveer 4 minuten.
Herkenbaarheid van het scenario:
- Een plasbrand is door zijn hitte ontwikkeling direct waarneembaar voor de aanwezigen.
- Als de plas nog niet ontstoken is, is het mogelijke gevaar niet direct herkenbaar.
Mate van bewustzijn van de gevaren:
- Weten dat er een ongeval is met een binnenvaarttanker benzine
- Weten wat de gevaren zijn van benzine
- Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) plasbrand
Gesteldheid van personen:
- Fysieke gesteldheid
- Geestelijke gesteldheid
Aanwezige voorzieningen:
- Mogelijkheden om van de bron af te vluchten
- Mogelijkheden om te schuilen
Brandweerzorg
Relevante brandweerprocessen
-
Bron- en emissiebestrijding:
– Bepalen van het bron- en effectgebied;
– Plasbrand gecontroleerd laten uitbranden;
– Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door
middel van het afschermen van de omgeving;
– Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de
omgeving blussen;
– Waarschuwen bevolking. [13]. -
Redding:
– Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers).
Relevante aspecten bij het optreden van de brandweer
- Aawezigheid van een actueel IBP van het watergebied [14];
- Afstemming van de onderlinge organisatie- en communicatiestructuren van de betrokken partijen;
- Voorbereiding op samenwerking met betrokken partijen en passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit);
- Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd);
- Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen);
- Beschikbaarheid alarmeringssysteem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen.
- Toegankelijkheid aanlandingsplaats in directe omgeving van incident.
Capaciteit [15]:
- Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving. Bij dit incident is uitgegaan van verstedelijkt gebied [16].
- Houdt rekening met de inzet van een peloton (4 tankautospuiten) voor redding/evacuatie en hulpverlening aan slachtoffers via vaartuigen in samenwerking met andere organisaties.
Opkomst/inzettijd [17]
Schematische weergave incident verloop grootschalig brandweer optreden
Zorgnormen Incidentbestrijding op het water |
|
30 minuten |
– Norm opkomsttijd eerste peloton [19] De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan. |
45 minuten |
-1 mobiele pomp en/of |
120-240 minuten |
-2 vaartuigen met 45.000 l/min |
Bluswatervoorziening
- Vanwege de nabijheid van water is de aanname dat voldoende secundaire bluswaterbronnen voorhanden is ten behoeve van koeling/blussing.
- Benodigde capaciteit is 6 l/m²/min [20]
Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers [17]
- In de hectische fase wordt uitgegaan van de zelfredzaamheid op het schip. Daarnaast komt de redding op gang via de schepen in de directe omgeving. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
- Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie op de wal is mogelijk via het invoeren van de effectafstanden in Bag populatieservice
Geneeskundige zorg
Relevante processen bij de geneeskundige hulpverlening
- Spoedeisende Medische Hulpverlening:[22]
– Triage;
– Inrichten van een gewondennest en behandelen van slachtoffers;
– Vervoeren/Verwijzen naar ziekenhuizen. - Publieke gezondheidszorg:
– De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid via (drink)water (gebiedsafhankelijk).
– Onderzoek individueel - Psychosociale Hulpverlening:
– Signaleren getroffenen
– Verwijzen getroffenen
Relevante aspecten
- Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers met ernstige brandwonden.
- Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de aanlandingsplaats.
- Veilige werklocatie voor de GHOR.
- Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Aantal slachtoffers
<10 |
|
> 10 | |
> 250 |
|
Type slachtoffers
- Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen met ernstige brandwonden (locatiespecifiek). Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan. [26]
- Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzame personen (zorginstellingen).
Type letsel
- Door warmtestraling ontstaan uitwendige brandwonden. Bij inademing van hete gassen ontstaat inhalatietrauma.
- Stabilisatie van brandwondenslachtoffers is mogelijk in elk level 1 ziekenhuis [27]. Specialistische behandeling van brandwonden kan in een beperkt aantal centra in Nederland plaatsvinden [28].
- Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.
- Een langdurig traject van nazorg restletsel en psychotrauma [29] is te verwachten.
Water- en zeevaartzorg
- Search and Rescue (SAR)
– Via de inzet van Search and Rescue (SAR) krijgen slachtoffers toegang tot de geneeskundige hulpverlening. - Nautisch verkeersmanagement
– Het regelen van het verkeer is een wettelijke taak van de politie en nautisch beheerder. - Beheer waterkwaliteit
– Het zorgdragen voor de kwaliteit van het water. - Beheer waterkwantiteit en waterkeringen
– Activiteiten die verricht worden in het kader van waterkwantiteitsbeheer zijn de zorg met betrekking tot hoogwater/ overstromingen, laagwater en ijsbezwaar (in de zin van waterkwantiteit: ijsdammen en stuwing).
Optreden Politie en gemeente (Hulpverlening)
Mogelijke taken
Politie
- Afzetten van het effectgebied
- Aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen of vluchten
- Gidsen van brandweervoertuigen en ambulances
Gemeente
- Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
- Voorlichting/communicatie over het ongeval
- Registreren van slachtoffers
Randvoorwaarden
Politie
- Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied op het water in samenwerking met Rijkswaterstaat
- Voldoende mensen en middelen om het effectgebied af te kunnen zetten
- Een operationeel mobiliteitsplan
Gemeente
- Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied
- Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
- Operationeel voorlichting- en communicatieplan
Kans
Maatregel
Werking van de maatregel
Wegnemen van de risicobron
Het wegnemen van de risicobron zorgt ervoor dat het scenario niet meer kan plaatsvinden.
Begrenzen van de doorzet
Minder vervoersbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af.
Scheiden van de doorgaande vaart en overslagkade
Het scheiden van deze twee activiteiten verlaagd de kans op aanvaringen.
Effect en gevolg
Maatregel
Werking van de maatregel
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen
Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt.
Verdeling typen gebouwen
Door rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen.
Scherm/keerwand aanbrengen
Door bijvoorbeeld een drijvende afscherming op het water te plaatsen tussen de activiteit met gevaarlijke stoffen en het te beschermen gebied, kunnen brandende vloeistoffen worden gestopt voordat ze het gebied bereiken.
Toepassen van brandwerend metselwerk
De keuze van het metselwerk bepaalt de brandwerendheid van de gevel.
Gebruik maken van minerale wolisolatie
Minerale wolisolatie is onbrandbaar.
Toepassen van brand- en hittewerende beglazing
Brand- en hittewerende beglazing bestaat uit gelaagd glas, samengesteld uit twee of meer lagen blank floatglas en één of meer speciale opschuimende tussenlagen. In geval van brand vormen deze tussenlagen een beschermend schild.
Gebruik maken van houten en stalen kozijnen
Houten en stalen kozijnen zijn getest voor een brandwerende toepassing. Kunststof kozijnen (zonder stalen vulling) zijn niet brandwerend.
Gebruik maken van dakpannen
Dakpannen houden straling tegen en zijn onbrandbaar.
Toepassen van een gesprinkelde buitengevel
Bij een gesprinkelde buitengevel wordt water automatisch over de gevel gespoten in geval van een calamiteit.
Venstertijden
Door gebruik te maken van venstertijden voor het verladen worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden.
Zelfredzaamheid
Maatregel
Werking van de maatregel
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen
Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten.
Verzamelplaatsen bepalen en geschikt maken voor een (dreigende) plasbrand
De verzamelplaats dient dan als een schuilplaats als mensen binnen in het gebouw niet meer voldoende beschermt zijn tegen het scenario.
Galerij / trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw plaatsen
Door de galerij/trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw te realiseren, vormt het gebouw zelf een bescherming tegen de warmtestraling
Risicocommunicatie
Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied het bete handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario.
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen
Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn.
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een plasbrand
Door te oefenen met het plasbrandscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit.
Hulpverlening
Maatregel
Werking van de maatregel
Bluswater
Voor een adequate hulpverlening van de brandweer is het van belang dat voldoende bluswater aanwezig is bij de activiteit met gevaarlijke stoffen. Door de waterbron onderdeel te laten zijn van een doorlopend watersysteem, wordt het water steeds aangevuld.
Waarschuwingsmiddelen
Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken.
Werkende communicatiemiddelen
Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken.
Afstemming hulpdiensten
Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief.
28 maart 2011, Duitsland, Haven van Lingen
Betere suggesties van een plasbrand op het water kunnen gemaild worden naar: info@scenarioboekev.nl
- [[1.Protocol vaarwegen met meer dan 10 % zeevaart, pagina 24 ↩
- [[1.Protocol vaarwegen met meer dan 10 % zeevaart, pagina 29 ↩
-
Bij vrije verspreiding blijkt dat de plas nooit groter wordt dan orde 55000 m2 = diameter 265 m (minimale plasdikte 2 cm op kabbelend water) ↩
- Volgens het DNV rapport komt er 44% van de inhoud vrij bij een lek boven de waterlijn. ↩
- [[1.Protocol vaarwegen met meer dan 10 % zeevaart, pagina 31 ↩
- Bij vrije verspreiding blijkt dat de plas nooit groter wordt dan orde 55000 m2 = diameter 265 m (minimale plasdikte 2 cm op kabbelend water), de invloed van het schip en de vrije oppervlak van het water speelt een rol bij de vorm van de plas ↩
- Bij de slachtofferberekening is uitgegaan van onbeschermde personen. In een toekomstige versie zal onderscheid worden gemaakt tussen drie beschermingsniveaus: geen bescherming, zomerkleding en winterkleding ↩
- de GHOR hanteert deze term voor het type verwonding ↩
- effectafstand vanaf de tank minus de straal van de plas = de effectafstand vanaf de kade ↩
- Onderbouwing-van-de-slachtofferinschatting-van-het-scenarioboekEV. ↩
- Afstanden op basis van geen bescherming en buitenshuis. ↩
- In deze beschrijving wordt uitgegaan een plasbrand. Mocht de plas nog niet zijn ontstoken is er meer tijd voor het handelingsperspectief. ↩
- goed werkend internet en mobiele telefonie, buurten ten behoeve van zelfredzaamheid, risicocommunicatieplan ↩
- Handboek incidentbestrijding op het water fig. 35 p.137 ↩
- Verlies van capaciteit, die nodig voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buitenbeschouwing gelaten, doordat deze situationeel is. ↩
- Bij buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig ↩
- Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en
Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0 ↩ - Handboek Incidentbestrijding op het water, basisnorm figuur 28&3, p.125 Afhankelijk van risicobeeld is er een verhoogde gebiedsnorm ↩
- Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20 ↩
- Handboek Incidentbestrijding op het water p125 basisnormen en verhoogde gebiedsnormen ↩
- Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en
Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0 ↩ - De Nederlandse slachtofferregistratiekaart p.3. oktober 2006 ↩
- LPCGBI p.1 september 2013 ↩
- Leidraad GGB p.12 december 2015 ↩
- Leidraad GGB p.10 december 2015 ↩
- Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan ↩
- landelijk netwerk acute zorg www.lnaz.nl ↩
- Beverwijk, Rotterdam, Groningen ↩
- casus ” Het Hemeltje” Volendam ↩