Scenarioboek Externe Veiligheid

Een handboek met beschrijvingen van ongevalscenario's met gevaarlijke stoffen

Hoofdmenu

  • Home
  • Nieuwsarchief
  • Achtergrondinformatie
    • Gebruik scenariokaarten
    • Beheer scenariokaarten
    • Onderbouwing
    • Bepaling van de omgevingsveiligheid
    • Bronnen scenariokaarten
    • Faq
  • Contact

 

Print

 

Op deze pagina is een scenariokaart weergegeven waarin een ongeval met gevaarlijke stoffen is uitgewerkt. In de kaart vindt u informatie over wat er kan gebeuren en wat je kunt doen om het te voorkomen, beperken en bestrijden. Deze informatie kan gebruikt worden bij advisering over ruimtelijke ontwikkelingen. Bij het gebruik van de kaart is belangrijk in acht te nemen dat het slechts een voorbeeldscenario is. Het daadwerkelijke verloop van het scenario is altijd afhankelijk van situatiespecifieke omstandigheden.
Inrichtingen

Opslagloods gevaarlijke stoffen (PGS 15) – Giftige wolk


Algemene beschrijving In een PGS 15 loods met gevaarlijke stoffen ontstaat een brand. De brand veroorzaakt rook met giftige verbrandingsproducten. Bij een beginnende- of zuurstof beperkte brand is er weinig hitte waardoor er geen pluimstijging plaatsvindt. [1] De rookwolk wordt door de wind meegevoerd. Effecten Het effect van een rookwolk is vergiftiging door onder andere stikstofdioxide (NO2). [2]

In deze kaart is uitgegaan van een loods van 300 m2  brandend oppervlak waarvan de rook zich in de lijwervel opmengt met lucht in de omgeving [3]. Het ontstaan van toxische verbrandingsproducten is sterk afhankelijk van de aard en hoeveelheid van de opgeslagen stoffen.

Omdat de samenstelling van de opgeslagen goederen zeer divers kan zijn, is er door het RIVM een ‘gemiddelde bruto structuurformule’ voorgesteld. Bij deze gemiddelde structuurformule zijn de effecten van stikstofdioxide dominant. In deze scenariokaart zijn daarom alleen de effecten van stikstofdioxide verder uitgewerkt. Bij opslagen met veel chloorhoudende producten kan bijvoorbeeld waterstofchloride (HCl) dominant zijn.

Toon alle gedetailleerde informatie Verberg alle gedetailleerde informatie

Parameters effectberekeningen
Sluit Parameters effectberekeningen
Modelleringssoftware
Effectsfile
Effects 10.2.0: Combustion and Toxic Combustion Products; Neutral Gas Dispersion.
Uitgangspunten:  
Stofnaam C3.90H8.50O1.06Cl0.46N1.17S0.51P1.35 [4]
Hoeveelheid opgeslagen
materiaal

100.000 kg

Oppervlakte compartiment 300 m2 [5]
Breedte loods 15 m [6]
Hoogte loods 5 m [7]
Temperatuur omgeving 9 °C
Weerstabiliteitsklasse D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s)
F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s)
Observatie hoogte 1.5 m
Blootstellingsduur 30 min
Resultaten:  
Representatief massadebiet NO2 0.87 kg/s  [8]
Representatief massadebiet SO2 1.5 kg/s [8]
Representatief massadebiet HCl 0.76 kg/s [8]
Representatief massadebiet CO2 1.58 kg/s [8]
Representatief massadebiet H2O 3.5 kg/s [8]
Representatieve brandduur 4 uur

 

Kans van optreden
Sluit kans van optreden

De initiële kans op brand in een loods met gevaarlijke stoffen is afhankelijk van het beschermingsniveau van de loods[13]:

  Beschermingsniveau 1 en 2 Beschermingsniveau 3
Kans per jaar 8,8*10-4 1,8*10-4

De vervolgkans op brand met een bepaalde omvang is afhankelijk van het beschermingsniveau en maatregelenpakket in een specifieke situatie. Zie hiervoor RIVM, 2015 paragraaf 8.2.4.

Effecten
Sluit Effecten

Het effect van een rookwolk met stikstofdioxide is vergiftiging. De omvang van de giftige wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving, de blootstellingsduur en de weersomstandigheden. 

Stikstofdioxide (in pure vorm een roodbruin giftig gas) zal opgaan in een mengsel van stoffen die in de rook zit. Het is goed oplosbaar in water, maar vormt in combinatie met water salpeterzuur. Het inademen hiervan is gevaarlijk en kan longoedeem veroorzaken. 

In de onderstaande tabellen en grafieken zijn de effecten van de giftige wolk weergegeven. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de omstandigheden zullen mensen overlijden (†) of raken gewond. Van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Voor de weertypen D5 en F1,5 is het slachtofferbeeld bepaald voor personen die zich buiten bevinden. Dit is uitgewerkt voor drie ringen. In de eerste ring overlijd meer dan 95 % van de aanwezigen, in de tweede tussen de 95 en 50 % en de derde tussen de 50 en 5 %. De effectafstanden van de giftige wolk voor deze ringen staan in de tabel. Aanvullend wordt in een tabel de afstand tot de interventiewaarden die de hulpverleningsdiensten gebruiken weergegeven [14].

De drie volgende geografische gebieden zijn uitgewerkt [15]:

  • Stedelijk gebied (bijv. grote steden met hoge gebouwen, industriegebieden met hoge bebouwing);
  • Verstedelijkt landelijk gebied (bijv. gebieden met dichte laagbouw, bossen en industriegebieden);
  • Landelijk gebied (bijv. landelijke gebieden met verspreid liggende laagbouw).

De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand en letaliteitscontouren.

Weertype D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s )

Tabel effectafstanden en gevolgen voor weertype D5

D5Stedelijk
gebied
Verstedelijkt
gebied
Landelijk
gebied
Slachtoffers buiten (%)
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
†T1T2T3
1e ring 0 - 800 - 1600 - 20095 -1000 - 50 -50 - 5
Grens 1e ring:
95% letaal
80160200950 - 50 - 50- 5
2e ring80 - 150160 - 200200 - 25050 - 950 - 500 - 500 - 50
Grens 2e ring:
50% letaal
150200250500 - 500 - 500 - 50
3e ring150 - 270200 - 340250 - 4105 - 50niet bepaald
Grens 3e ring:
5% letaal
2703404105

Tabel Interventiewaarden voor weertype D5

D5Stedelijk
gebied
Verstedelijkt
gebied
Landelijk
gebied
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
Levensbedreigende waarde (LBW) 10 minuten
Concentratie 220 mg/m3
170
220280
Levensbedreigende waarde (LBW) 1 uur
Concentratie 120 mg/m3
270560400
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 10 minuten
Concentratie 44 mg/m3
5006001140
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 1 uur
Concentratie 24 mg/m3
7309701030
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 10 minuten
Concentratie 0.96 mg/m3
550062006900
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 1 uur
Concentratie 0.96 mg/m3
550062006900

Contouren giftige wolk Stikstokfdioxide voor weertype D5

Grafiek letaliteit vs. afstand Stikstofdioxide voor weertype D5

Weertype F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s )

Tabel effectafstanden en gevolgen voor weertype F1,5

F1,5Stedelijk
gebied
Verstedelijkt
gebied
Landelijk
gebied
Slachtoffers buiten (%)
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
†T1T2T3
1e ring 0 - 6400 - 7700 - 92095 - 1000 - 50 - 50 - 5
Grens 1e ring:
95% letaal
640770920950 - 50 - 50 - 5
2e ring640 - 1120770 - 1230920 - 155050 - 950 -500 -500 -50
Grens 2e ring:
50% letaal
112012301550500 -500 -500 -50
3e ring1120 - 19601230 - 22701550 - 26105 - 50niet bepaald
Grens 3e ring:
5% letaal
1960227026105

Tabel Interventiewaarden voor weertype F1,5

F1,5Stedelijk
gebied
Verstedelijkt
gebied
Landelijk
gebied
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
Levensbedreigende waarde (LBW) 10 minuten
Concentratie 1900 mg/m3
124014501700
Levensbedreigende waarde (LBW) 1 uur
Concentratie 780 mg/m3
190022002500
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 10 minuten
Concentratie 200 mg/m3
365042004700
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 1 uur
Concentratie 140 mg/m3
550072007500
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 10 minuten
Concentratie 21 mg/m3
>>15 km>> 15 km>> 15 km
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 1 uur
Concentratie 21 mg/m3
>> 15 km>> 15 km>> 15 km

Contouren giftige wolk Stikstofdioxide voor weertype F1,5

Grafiek letaliteit vs. afstand Stikstofdioxide voor weertype F1,5

Zelfredzaamheid en Handelingsperspectief
Sluit Zelfredzaamheid en Handelingsperspectief

Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een giftige wolk op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven.

Mogelijk handelingsperspectief [16]

Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. [17] Snel reageren is bevorderlijk. 

  • Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten.
  • Indien vluchten niet mogelijk is, is een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
  • Voor personen binnen is het handelingsperspectief binnen blijven [18], ramen en deuren sluiten en ventilatie uitzetten.

Randvoorwaarden

De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Het verloop van het ongevalsscenario:

  • De snelheid waarmee het scenario giftige wolk zich voltrekt is afhankelijk van de (weers)omstandigheden. Afhankelijk van de windsnelheid en windrichting zal de wolk zich verspreiden. 

Herkenbaarheid van het scenario:

  • Stikstofdioxide heeft een roodbruine kleur en wordt meegevoerd in de rook. De rook zal een alarmerend effect hebben.

Mate van bewustzijn van de gevaren:

  • Weten dat er een brand is 
  • Weten wat de gevaren zijn rook 
  • Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) giftige rookwolk

Gesteldheid van personen:

  • Fysieke gesteldheid
  • Geestelijke gesteldheid

Aanwezige voorzieningen:

  • Mogelijkheden om van de bron af te vluchten
  • Mogelijkheden om te schuilen
Optreden Multidisciplinaire hulpverlening
Sluit Optreden Multidisciplinaire hulpverlening

Brandweerzorg

Dit scenario dient als voorbeeld voor de mogelijke effecten die kunnen optreden bij het vrijkomen van een giftige wolk bij brand in PGS15 opslagen.

Relevante brandweerprocessen

  • Bron- en emissiebestrijding: 
    – Bepalen van het bron- en effectgebied;
    – Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door
       middel van het afschermen van de omgeving ;
    – Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de
       omgeving blussen;
    – Waarschuwen bevolking. 

  • Redding:
    – Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers).

Relevante aspecten

  • Repressieve voorbereiding
  • Dekkend systeem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen [19]
  • Bereikbaarheid over twee verschillende routes vanuit twee tegengestelde windstreken [20]
  • Passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit).
  • Beperkt inzetten van brandweereenheden in het benedenwindse gebied
  • Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd) .
  • Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening voor eventuele afscherming (zie bluswatervoorzieningen)

 

Capaciteit [21]

  • Specialistische eenheden worden ingezet ten behoeve van het beperken van de effecten.
  • Houd rekening met de inzet van specialistische eenheden zoals specialistische interventie eenheden (SIE)  voor incidentbestrijding gevaarlijke stoffen(IBGS), meetplanorganisatie en een basis ontsmettingseenheid(BOE) ten behoeve van de hulpverleners.
  • Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving en wordt bepaald via het commando ter plaatse (COPI) voor het brongebied of het Regionaal Operationeel Team (ROT) voor het effectgebied.[22].  
  • Houdt rekening met de inzet van een peloton (4  tankautospuiten)  voor verlening van eerste hulp en transport van slachtoffers naar het gewondennest.[23] 

Opkomst/inzettijd [24]

 Schematische weergave incident verloop grootschalig brandweer optreden

 

30 minuten

·        Norm opkomsttijd eerste peloton [25] De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan.
·        Norm opkomsttijd specialistische inzetbare eenheid (SIE) IBGS
·        Norm opkomsttijd basis ontsmettingseenheid (BOE)
·        Norm opkomsttijd eerste twee meetploegen (VE)

45 minuten

·       Beschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd

60 minuten

·        Inzettijd aanvullende grootschalige watervoorziening.
·        Norm opkomsttijd derde en vierde meetploeg(VE)

Bluswatervoorziening

  • Het waterleidingnet met ondergrondse brandkranen (primaire bluswatervoorziening) heeft onvoldoende capaciteit.
  • Voldoende openbare secundaire bluswatervoorziening  is noodzakelijk  ten behoeve van  afscherming naar de omgeving via verdunnen van de giftige wolk met water.  [26].

Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers [27]

  • In de hectische fase komt via burgerhulp de redding op gang van slachtoffers. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
  • Noodzakelijke opschaling/bijstand wordt bepaald op basis van inschatting aantal slachtoffers.
  • Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie is mogelijk via het invoeren van de effectafstanden in Bag populatieservice

Geneeskundige zorg

De geneeskundige hulpverlening start met de processen: 

  • Spoedeisende Medische Hulpverlening:[28] 
    – Triage;
    – Inrichten van een gewondennest en behandelen van slachtoffers;
    – Vervoeren/Verwijzen naar ziekenhuizen.
  • Publieke gezondheidszorg:
    – De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid via (drink)water (gebiedsafhankelijk).
    – Onderzoek individueel
  • Psychosociale Hulpverlening:
    – Signaleren getroffenen
    – Verwijzen getroffenen

Relevante aspecten zijn:

  • Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers die in aanraking zijn gekomen met ammoniak(gas).
  • Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de locatie.
  • Veilige werklocatie voor de GHOR.
  • Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
  • Na een incident verlenen omstanders hulp . Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp. Een ontsmettingsunit aan ” de poort van het ziekenhuis” is bij gassen niet van belang. [29]

De geneeskundige hulpverlening start met de processen: triage en traumabeoordeling [28] , behandelen van slachtoffers, inrichten van een gewondennest en vervoer naar ziekenhuizen. Aandachtspunt is mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances. Na een incident verlenen omstanders hulp . Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp. Een ontsmettingsunit aan ” de poort” is bij gassen niet van belang. 
Relevante aspecten bij de effecten van vrijkomen van giftige stoffen zijn: aantal slachtoffers, doelgroep, type letsel en ontsmetting. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Aantal slachtoffers

< 10
  • In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig. Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput.
> 10
  • Leidraad GGB treedt in werking. [31]
> 250
  • De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd [32]

Type slachtoffers

  • Nadat blootstelling heeft plaatsgevonden: blootstelling beëindigen en frisse lucht opzoeken. Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen. Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan. [33]
  • Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzame personen (zorginstellingen).
  • Aandachtspunt is het snel kunnen waarschuwen van de bevolking via een voorbereide NL-alert met handelingsperspectief. Dit is om blootstelling te voorkomen en kostbare tijd (en mogelijk levens te redden) te verliezen met wachten op advies van experts. [34].

Type letsel

  • Stikstofdioxide kan zorgen voor irritatie van ogen, neus, keel en luchtwegen. Deze klachten verdwijnen vaak weer snel in de frisse lucht. Na een klachtenvrije periode kunnen als gevolg van  longoedeem, tot 24 uur na blootstelling, alsnog klachten ontstaan zoals benauwdheid, cyanose en verminderde longcapaciteit. Bij vermoedelijke blootstelling aan hoge concentraties is daarom observatie in het ziekenhuis gewenst. Bij blootstelling aan lagere concentraties kan aan betrokkenen worden geadviseerd om direct contact met de huisarts op te nemen bij een toename van klachten.
  • Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.

Optreden politie en gemeente (Hulpverlening)

Mogelijke taken

Politie

  • Afzetten van het effectgebied
  • Aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen of vluchten
  • Gidsen van brandweervoertuigen en ambulances

 

Gemeente

  • Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
  • Voorlichting/communicatie over het ongeval
  • Registreren van slachtoffers

Randvoorwaarden

Politie

  • Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied
  • Voldoende mensen en middelen om het effectgebied af te kunnen zetten
  • Een operationeel mobiliteitsplan

Gemeente

  • Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied
  • Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
  • Operationeel voorlichting- en communicatieplan.
Maatregelen
Maatregelen

Kansbeperkend

Maatregel Werking van de maatregel
Wegnemen van de risicobron Het wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg.

Effect en gevolgbeperkend

Maatregel Werking van de maatregel
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De gevolgen nemen af naarmate de afstand toeneemt.
Verdeling typen gebouwen Door rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen.
Obstakels toevoegen Er kan geprobeerd worden om met obstakels de verspreiding van een gifwolk te vertragen of zodanig turbulentie te creëren dat de gifwolk mengt met de omringende lucht.
Rekening houden met windrichting De overheersende windrichting in Nederland is uit het zuidwesten. Door kwetsbare functies niet in de overheersende windrichting vanaf de risicobron te plaatsen, kunnen slachtoffer mogelijk voorkomen worden.

Bevordering van de zelfredzaamheid

Maatregel Werking van de maatregel
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. 
Risicocommunicatie Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied het beste handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario.
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn.
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een gifwolk Door te oefenen met het gifwolkscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit.

Bevordering van de hulpverlening

Maatregel Werking van de maatregel
Werkende communicatiemiddelen Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken.
Waarschuwingsmiddelen Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken.
Afstemming hulpdiensten Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief.

 

Voorbeeld
Voorbeeld

De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van giftige wolk bij een PGS 15 loods.
Suggesties kunnen gemaild worden naar info@scenarioboekev.nl

 
  1. In dit scenario is uitgaan van het meest conservatieve scenario zonder pluimstijging. Bij pluimstijging zijn de effecten op leefniveau zeer beperkt. RIVM, 2015 blz. 74 ↩
  2. Deze kaart beschrijft enkel de giftige rookwolk. De hittestralingseffecten van de brand zijn in deze kaart niet verder uitgewerkt. ↩
  3. Bij een oppervlak van meer dan 900 m2 mag pluimstijging worden verondersteld. RIVM 2009 ↩
  4. RIVM gemiddelde brutostructuurformule  Andere specifieke stof verhoudingen kunnen worden opgeteld in een RIVM spreadsheet ↩
  5. Gekozen is voor een klein oppervlak omdat  daarbij geen pluimstijging wordt verwacht. RIVM 2009 + RIVM rapport verspreiding van stoffen bij branden: een verkennende studie ↩
  6. Aanname veel voorkomend bedrijfspand in relatie tot de oppervlakte. ↩
  7. Aanname veel voorkomende bedrijfspand. ↩
  8. Bij deze gemiddelde structuurformule zijn de effecten van stikstofdioxide dominant. In deze scenariokaart zijn daarom alleen de effecten van stikstofdioxide verder uitgewerkt. ↩
  9. Bij deze gemiddelde structuurformule zijn de effecten van stikstofdioxide dominant. In deze scenariokaart zijn daarom alleen de effecten van stikstofdioxide verder uitgewerkt. ↩
  10. Bij deze gemiddelde structuurformule zijn de effecten van stikstofdioxide dominant. In deze scenariokaart zijn daarom alleen de effecten van stikstofdioxide verder uitgewerkt. ↩
  11. Bij deze gemiddelde structuurformule zijn de effecten van stikstofdioxide dominant. In deze scenariokaart zijn daarom alleen de effecten van stikstofdioxide verder uitgewerkt. ↩
  12. Bij deze gemiddelde structuurformule zijn de effecten van stikstofdioxide dominant. In deze scenariokaart zijn daarom alleen de effecten van stikstofdioxide verder uitgewerkt. ↩
  13. RIVM, 2015 paragraaf 8.2.3 ↩
  14. Interventiewaarden worden door de hulpverleningsdiensten gebruikt om te bepalen of de bevolking moet worden gewaarschuwd interventiewaarden ↩
  15. In Effects respectievelijk: city centre, cultivated land en open flat terrain ↩
  16.  TNO 2015, rapport Bevorderen zelfredzaamheid spoorzone Moerdijk p. 56 ↩
  17. Het handelingsperspectief is afhankelijk van de weerscondities en het scenario. En hoe harder het waait hoe sneller het ergens (binnen) is voordat de ventilatie afgesloten is. ↩
  18. Bij verdiepingen met een aansluiting op een schuin dak zijn vaker kieren waardoor buitenlucht naar binnen kan lekken ↩
  19. goed werkend internet en mobiele telefonie, buurtalarmeringssysteem ten behoeve van zelfredzaamheid, risico communicatieplan toxische wolk ↩
  20. Bovenwindse aanrijroute, vluchtroute scheiden van route voor hulpdiensten, vluchtroute van de risicobron af Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019Hoofdstuk 4 ↩
  21. Verlies van capaciteit, die nodig voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buiten beschouwing gelaten, doordat deze situationeel is. ↩
  22. De organisatie van de inzet van slagkracht is regionaal afhankelijk ↩
  23. Uitgangspunt: in het effectgebied worden brandweervoertuigen(met ademlucht) ingezet op transport van de slachtoffers buiten naar het gewondennest  en op nacontrole van woningen. ↩
  24. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en
    Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0 ↩
  25. Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten  doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20 ↩
  26. Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019bijlage 3 ↩
  27. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0 ↩
  28. De Nederlandse slachtofferregistratiekaart p.3. oktober 2006 ↩
  29. CBRN protocol  voor Ammoniakgas treed niet in werking: Protocol ontsmetting in ziekenhuizen. ↩
  30. De Nederlandse slachtofferregistratiekaart p.3. oktober 2006 ↩
  31. Leidraad GGB p.12 december 2015 ↩
  32. Leidraad GGB p.10 december 2015 ↩
  33. Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan ↩
  34. Alarmeer de GAGS. Elke situatie is immers anders; de GAGS kan de situatie inschatten op basis van berekeningen van de AGS, klachten, etcetera. ↩
Print

 

Ontwikkeld door:

 
In samenwerking met:
  • Disclaimer & Privacy Policy

Overige Scenariokaarten  Overige Scenariokaarten

bekijk alle resultaten…
  • Bedrijven
    • Ammoniak koelinstallatie
      • Koelinstallatie Ammoniak – Giftige wolk
    • Benzine-Tankstation
      • Tankwagen Benzine – Plasbrand
    • CNG-Tankstation
      • CNG Tankstation – Fakkelbrand
      • CNG Tankstation – Wolkbrand
    • Electriciteits Opslag Systeem
      • Li-ion Energieopslag systeem (EOS) – Giftige wolk
    • LPG-Tankstation
      • Tankwagen LPG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LPG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LPG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LPG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
    • LNG-Tankstation
      • Tankwagen LNG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LNG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LNG – Plasbrand
      • Tankwagen LNG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LNG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
    • Opslagloods gevaarlijke stoffen
      • Opslagloods gevaarlijke stoffen (PGS 15) – Giftige wolk
    • Propaantanks
      • Propaan opslagtanks – Fakkelbrand
      • Propaan opslagtanks – Warme BLEVE
      • Propaan opslagtanks – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
      • Propaan opslagtanks – Koude BLEVE
    • Waterstof-Tankstation
      • Waterstoftankstation – Explosie
      • Waterstoftankstation – Fakkelbrand
  • Weg
    • Transport Acrylnitril
      • Tankwagen Acrylnitril – Giftige wolk
      • Tankwagen Acrylnitril – Plasbrand
    • Transport Ammoniak
      • Tankwagen Ammoniak – giftige wolk
      • Tankwagen Ammoniak-gaswolkexplosie?
    • Transport Benzine
      • Tankwagen Benzine – Plasbrand
    • Transport LNG
      • Tankwagen LNG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LNG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LNG – Plasbrand
      • Tankwagen LNG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LNG – Wolkbrand
    • Transport LPG
      • Tankwagen LPG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LPG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LPG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LPG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
    • Transport Methanol
      • Tankwagen methanol – Plasbrand
    • Transport Waterstof
      • Cilinderpakket Waterstof – Explosie
      • Cilinderpakket waterstof – Fakkelbrand
      • Tubetrailer Waterstof – Explosie
      • Tubetrailer Waterstof – Fakkelbrand
    • Transport Zwaveltrioxide
      • Tankwagen Zwaveltrioxide – Giftige wolk
  • Spoor
    • Spoortransport Ammoniak
      • Ketelwagen Ammoniak – Giftige Wolk
    • Spoortransport Acrylnitril
      • Ketelwagen Acrylnitril – Giftige wolk
      • Ketelwagen Acrylnitril – Plasbrand
    • Spoortransport Benzine
      • Ketelwagen benzine – Plasbrand
    • Spoortransport chloor
      • Ketelwagen chloor – Giftige Wolk
    • Spoortransport LPG
      • Ketelwagen LPG – Fakkelbrand
      • Ketelwagen LPG – Koude BLEVE
      • Ketelwagen LPG – Warme BLEVE
      • Ketelwagen LPG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
  • Water
    • Watertransport Acrylnitril
      • Zeevaarttanker – Acrylnitril – giftige wolk
      • Zeevaarttanker – acrylnitril – plasbrand
    • Bunkering LNG
      • Bunkerschip – LNG – wolkbrand
      • Bunkerschip- LNG- Plasbrand
    • Watertransport LNG
      • Binnenvaarttanker – LNG – plasbrand
      • Binnenvaarttanker – LNG – wolkbrand
      • Zeevaarttanker – LNG – plasbrand
      • Zeevaarttanker – LNG – wolkbrand
    • Watertransport Ammoniak
      • Binnenvaarttanker Ammoniak – Giftige wolk
    • Watertransport Benzine
      • Binnenvaarttanker Benzine – Plasbrand
      • Zeevaarttanker – benzine – plasbrand
    • Watertransport LPG
      • Binnenvaarttanker LPG – Fakkelbrand
      • Binnenvaarttanker LPG – Koude BLEVE
  • Buisleidingen
    • Hoge druk Aardgasleiding
      • Hoge druk aardgasleiding – Fakkelbrand
    • Hoge druk aardgasleiding met bijmenging waterstof
      • Hoge druk aardgasleiding met bijmenging waterstof – Fakkelbrand
    • Kooldioxide buisleiding
      • Kooldioxide buisleiding – Giftige wolk
    • Ruwe Aardolie Leiding
      • Buisleiding Ruwe Aardolie – Plasbrand

Overzicht van alle Scenariokaarten