Algemene beschrijving Door een botsing scheurt de tank open. Een groot deel van de LNG komt als vloeistof vrij en een kleiner deel als gas. De vloeistof verspreid zich over de grond en kan eenvoudig ontsteken. Na ontsteking van de plas brand deze binnen 2 minuut op. Zonder ontstekingsbron duurt het 18 minuten voordat de plas verdampt is. Effecten Het effect van een plasbrand is warmtestraling. Hierdoor kunnen slachtoffers, schade en brand in de omgeving ontstaan.
De tanks in Nederland zijn dubbelwandig uitgevoerd waardoor er een grote impact nodig is om de tank te laten openscheuren.
Verberg alle gedetailleerde informatie
Modelleringssoftware Effectsfile |
TNO Effects 10.0.6: Liquified Gas Instantaneous Release (AMINAL model), Pool fire: Two zone model Rew & Hulbert. |
Uitgangspunten | |
Stofnaam | Methaan |
Stofcategorie | GF0 |
Systeemgrootte | 55 m3 |
Massa in tank | 21.000 kg |
Plasoppervlakte | 1200 m2 [1] |
Temperatuur in tankwagen |
-150 °C [2] |
Dampdruk | 2,4 bar [3] |
Omgevingstemperatuur | 9 °C |
Windsnelheid op 10 m hoogte | 5 m/s |
Blootstellingduur personen | 20 s [4] |
Resultaten | |
Massa uitgeregend in een plas | 18000 kg |
Duur van de plasbrand | 2 min |
Max diameter brandbare plas | 40 m |
Lengte van de vlammen | 70 m |
warmtestralingsintensiteit | 265 kW/m2 helder deel van de vlam 155 kW/m2 roetende deel van de vlam |
De kans op een plasbrand na een ongeval met een tankwagen met LNG wordt bepaalt door de kans op een ongeval, de kans dat daarbij LNG uitstroomt, de kans op ontsteking van de plas en het aantal uren dat de tankwagen aan het lossen is. De kans op een plasbrand als gevolg van een ongeval met een LNG-tankwagen bij een tankstation wordt geschat op 2 x 10-7 per jaar. Afhankelijk van de opstelplaats van de LNG-tankwagen [5] kan de kans afnemen.
Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:
- Het aantal verladingen beperken;
- Geïsoleerde opstelplaats met aanrijdbeveiliging (3 x 10-9 per jaar);
- Opstelplaats op een (wegrij)strook met een toegestane snelheid van maximaal 70 km/u (4,8 x 10-8 per jaar).
Het effect van een plasbrand is warmtestraling. Hierdoor kunnen slachtoffers, schade en brand in de omgeving ontstaan. warmtestraling is in combinatie met de blootstellingsduur bepalend voor het slachtoffer- en schadebeeld. In de tabel hieronder zijn de effecten van warmtestraling weergegeven.
In de onderstaande tabellen zijn de effecten van warmtestraling weergegeven. De tabel effectafstanden en gevolgen geeft 3 ringen aan. Binnen de eerste ring komt 99% van de aanwezigen te overlijden. In de tweede ring komen aanwezigen te overlijden of kunnen slachtoffer worden. In de derde ring vallen geen doden maar kunnen aanwezigen nog wel slachtoffer worden. De grens van de derde ring geeft aan tot waar eerstegraads brandwonden kunnen voorkomen. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de bescherming van bijvoorbeeld gebouwen komen mensen te overlijden (†) of raken gewond: van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Het type trauma is brandwonden over een groot deel van het lichaam. De schade aan objecten varieert van onherstelbare schade tot lichte schade. De effectafstanden zijn berekend vanaf het midden van de plas. Daarnaast wordt het verwachte percentage slachtoffers van de in een gebied aanwezige personen weergegeven [6].
De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand, warmtestraling versus afstand en warmtestralingscontouren.
Tabel effectafstanden en gevolgen [7]
Tabel effecten personen buiten
Effectafstand (meter) | Warmtestraling (kW/m2) | Slachtoffers buiten (0 % bescherming) | Slachtoffers buiten zomerkleding (40 % bescherming) | Slachtoffers buiten winterkleding (85 % bescherming) |
||||||||||
† | T1 | T2 | T3 | † | T1 | T2 | T3 | † | T1 | T2 | T3 | |||
1e ring | ≤ 80 | ≥ 35 | 100 | 0 | 0 | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 84 | 16 | 0 | 0 |
Grens 1e ring: 99% letaal | 80 | 35 | 99 | 1 | 0 | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 15 | 84 | 1 | 0 |
2e ring | 80 tot 150 | 35 tot 10 | 39 | 11 | 0 | 48 | 26 | 25 | 0 | 48 | 6 | 33 | 11 | 48 |
Grens 2e ring: 1% letaal | 150 | 10 | 1 | 1 | 0 | 87 | 1 | 1 | 0 | 87 | 0 | 1 | 1 | 87 |
3e ring | 150 tot 200 | 10 tot 4 | 0 | 0 | 0 | 29 | 0 | 0 | 0 | 29 | 0 | 0 | 0 | 29 |
Grens 3e ring: 1% 1e grd brw | 200 | 4 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
Tabel effecten personen binnen en schade aan objecten
Effectafstand (meter) | Warmtestraling (kW/m2) | Schade aan objecten | Slachtoffers binnen (0% bescherming) | ||||
† | T1 | T2 | T3 | ||||
1e ring | ≤ 80 | ≥ 35 | Onherstelbare schade Alle brandbare materialen gaan branden | 31 | 5 | 0 | 14 |
Grens 1e ring | 80 | 35 | 4 | 2 | 0 | 45 | |
2e ring | 80 tot 150 | 35 tot 10 | Gemiddelde schade Brandhaarden, vervorming van hout en kunststof. Breuk dubbelglas tot 86 meter. | 1 | 0 | 0 | 12 |
Grens 2e ring | 150 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3e ring | 150 tot 200 | 10 tot 4 | Lichte schade Geen branden, afbladderen verf en ernstige verkleuringen. Breuk enkel glas tot 114 meter. | 0 | 0 | 0 | 0 |
Grens 3e ring | 200 | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Grafiek Letaliteit vs. afstand
Grafiek warmtestraling vs. afstand
Contouren warmtestraling
Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een plasbrand op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven. [8]
Mogelijk handelingsperspectief
Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is bevorderlijk.
- Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten (uit het zicht van de brand, onder dekking van objecten zoals muren).
- Als er schuilmogelijkheden zijn, is dekking zoeken of een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
- Voor personen binnen is het handelingsperspectief binnen blijven en schuilen (sluiten van binnendeuren vertraagt de uitbreiding van een eventuele brand).
- Als secundaire branden optreden, is het handelingsperspectief vluchten aan de schaduwzijde van het gebouw ten opzichte van de plasbrand (extra beschermende kleding beperkt de blootstelling).
Randvoorwaarden
De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Het verloop van het ongevalsscenario:
- De snelheid waarmee het scenario plasbrand zich voltrekt is afhankelijk van het ontstekingsmoment.
- Na ontsteking zijn direct of in korte tijd de effecten merkbaar en duurt de brand niet langer dan 2 minuten.
Herkenbaarheid van het scenario:
- Een plasbrand is door zijn hitte ontwikkeling direct waarneembaar voor de aanwezigen.
- Als de plas nog niet ontstoken is, is het mogelijke gevaar niet direct herkenbaar.
Mate van bewustzijn van de gevaren:
- Weten dat er een ongeval is met een tankwagen LNG
- Weten wat de gevaren zijn van LNG
- Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) plasbrand
Gesteldheid van personen:
- Fysieke gesteldheid
- Geestelijke gesteldheid
Aanwezige voorzieningen:
- Mogelijkheden om van de bron af te vluchten
- Mogelijkheden om te schuilen
Optreden brandweer (bestrijdbaarheid)
De plasbrand van dit scenario is van korte duur. De hulpverlening komt ter plaatse na afloop van de plasbrand. Daardoor ligt bij dit scenario de nadruk op redden/evacueren, uitbreiding voorkomen en blussen van secundaire branden.
Mogelijke taken
De brandweer start met de processen:
- Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers);
- Bepalen van het bron- en effectgebied;
- Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door middel van het afschermen van de omgeving;
- Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de omgeving blussen;
- Waarschuwen bevolking. [9]
Relevante aspecten bij het optreden van de brandweer zijn:
- Passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit);
- Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd) ;
- Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen);
- Beschikbaarheid alarmeringssysteem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen.
- Toegankelijkheid gebied [10]
Capaciteit [11]:
- Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving. Bij dit incident is uitgegaan van verstedelijkt gebied [12].
- Houdt rekening met de inzet van een peloton (4 tankautospuiten) voor redding/evacuatie en hulpverlening aan slachtoffers naar het gewondennest.[13]
- Houdt rekening met de inzet van een tweede peloton (4 tankautospuiten) voor het koelen/blussen van de (omliggende) bebouwing [14]. Door de warmtestraling kunnen secundaire branden ontstaan in de eerste en tweede ring.
Opkomst/inzettijd [15]
Schematische weergave incident verloop grootschalig brandweer optreden
30 minuten |
|
45 minuten |
|
60 minuten |
|
Bluswatervoorziening
- Het waterleidingnet met ondergrondse brandkranen (primaire bluswatervoorziening) heeft onvoldoende capaciteit.
- Voldoende openbare secundaire bluswatervoorziening is noodzakelijk ten behoeve van koeling/blussing omliggende bebouwing (bij voorkeur binnen 1 km doorlopend watersysteem met minimaal 80 cm. diepte)
- Benodigde capaciteit is 6000 l/min voor 4 uur [18] voor 3 tankautospuiten 3x2000l/min.[19]
Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers [15]
- In de hectische fase komt via burgerhulp de redding op gang van slachtoffers met brandwonden. Na ontsteking duurt de brand 4 minuten. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
- Noodzakelijke opschaling/bijstand wordt bepaald op basis van inschatting aantal slachtoffers.
- Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie is mogelijk via het invoeren van de effectafstanden in Bag populatieservice
Optreden Geneeskundige hulpverlening
De geneeskundige hulpverlening start met de processen: triage en traumabeoordeling [21] , behandelen van slachtoffers, inrichten van een gewondennest en vervoer naar ziekenhuizen. Aandachtspunt is mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances. Na een plasbrand verlenen omstanders hulp. Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp.
Relevante aspecten bij de effecten van een plasbrand zijn: aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Aantal slachtoffers
<10 |
|
> 10 | |
> 250 |
|
Type slachtoffers
- Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen met ernstige brandwonden (locatiespecifiek). Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan. [25]
- Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzame personen (zorginstellingen).
Type letsel
- Door warmtestraling ontstaan uitwendige brandwonden. Bij inademing van hete gassen ontstaat inhalatietrauma.
- Stabilisatie van brandwondenslachtoffers is mogelijk in elk level 1 ziekenhuis [26]. Specialistische behandeling van brandwonden kan in een beperkt aantal centra in Nederland plaatsvinden [27].
- Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.
- Een langdurig traject van nazorg restletsel en psychotrauma [28] is te verwachten.
Optreden politie en gemeente (Hulpverlening)
Mogelijke taken
Politie
- Afzetten van het effectgebied
- Aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen of vluchten
- Gidsen van brandweervoertuigen en ambulances
Gemeente
- Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
- Voorlichting/communicatie over het ongeval
- Registreren van slachtoffers
Randvoorwaarden
Politie
- Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied
- Voldoende mensen en middelen om het effectgebied af te kunnen zetten
- Een operationeel mobiliteitsplan
Gemeente
- Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied
- Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
- Operationeel voorlichting- en communicatieplan
Door de snelheid van het omliggende verkeer te verlagen wordt de kans op een doorboring van de tankwagen bij een aanrijding kleiner.Kans
Maatregel
Werking van de maatregel
Wegnemen van de risicobron
Het wegnemen van de risicobron zorgt ervoor dat het scenario niet meer kan plaatsvinden.
Geïsoleerde opstelplaats voor de tankwagen met aanrijdbeveiliging
Door de extra beveiliging van de tankwagen is de kans kleiner op een aanrijding met de tankwagen, waardoor de kans op het scenario afneemt.
Begrenzen van de doorzet
Minder vervoersbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af.
Opstelplaats op een (wegrijstrook) met een toegestane snelheid van maximaal 70 km /u
Effect en gevolg
Maatregel
Werking van de maatregel
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen
Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt.
Verdeling typen gebouwen
Door rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen.
Hoogteverschillen creëren en benutten
Brandende vloeistoffen verspreiden zich naar het laagste punt in de omgeving. Door hoogteverschil aan te brengen, kan voorkomen worden dat de plasbrand zich kan verspreiden naar het te beschermen gebied. Hoogteverschillen kunnen gecreëerd worden door wallen of het op afschot leggen van oppervlak.
Ballastbed of droge greppel aanleggen
In een ballastbed/greppel/(droge) bermsloot langs transportroutes voor gevaarlijke stoffen kunnen (brandende) vloeistoffen worden opgevangen om verspreiding naar de omgeving tegen te gaan.
Scherm/keerwand aanbrengen
Door een scherm met aaneengesloten funderingsvoet, keerwand of andere obstakels zoals een stoeprand te plaatsen tussen de activiteit met gevaarlijke stoffen en het te beschermen gebied, kunnen brandende vloeistoffen worden gestopt voordat ze het gebied bereiken.
Toepassen van brandwerend metselwerk
De keuze van het metselwerk bepaalt de brandwerendheid van de gevel.
Gebruik maken van minerale wolisolatie
Minerale wolisolatie is onbrandbaar.
Toepassen van brand- en hittewerende beglazing
Brand- en hittewerende beglazing bestaat uit gelaagd glas, samengesteld uit twee of meer lagen blank floatglas en één of meer speciale opschuimende tussenlagen. In geval van brand vormen deze tussenlagen een beschermend schild.
Gebruik maken van houten en stalen kozijnen
Houten en stalen kozijnen zijn getest voor een brandwerende toepassing. Kunststof kozijnen (zonder stalen vulling) zijn niet brandwerend.
Gebruik maken van dakpannen
Dakpannen houden straling tegen en zijn onbrandbaar.
Toepassen van een gesprinkelde buitengevel
Bij een gesprinkelde buitengevel wordt water automatisch over de gevel gespoten in geval van een calamiteit.
Riolering geschikt maken voor opvang
Het rioolstelsel kan gebruikt worden voor snelle opvang van gevaarlijke stoffen. In het rioolstelsel dienen wel voorzieningen aangebracht te worden waardoor gevaarlijke stoffen zich niet vrij kunnen verspreiden. Daarbij is extra aandacht nodig voor mogelijke ontsteking met kans op brand en explosie.
Venstertijden
Door gebruik te maken van venstertijden voor het bevoorraden van een tankstation worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden.
Zelfredzaamheid
Maatregel
Werking van de maatregel
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen
Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten.
Verzamelplaatsen bepalen en geschikt maken voor een (dreigende) plasbrand
De verzamelplaats dient dan als een schuilplaats als mensen binnen in het gebouw niet meer voldoende beschermt zijn tegen het scenario.
Galerij / trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw plaatsen
Door de galerij/trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw te realiseren, vormt het gebouw zelf een bescherming tegen de warmtestraling
Risicocommunicatie
Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied het bete handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario.
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen
Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn.
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een plasbrand
Door te oefenen met het plasbrandscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit.
Hulpverlening
Maatregel
Werking van de maatregel
Bluswater
Voor een adequate hulpverlening van de brandweer is het van belang dat voldoende bluswater aanwezig is bij de activiteit met gevaarlijke stoffen. Door de waterbron onderdeel te laten zijn van een doorlopend watersysteem, wordt het water steeds aangevuld.
Waarschuwingsmiddelen
Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken.
Werkende communicatiemiddelen
Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken.
Afstemming hulpdiensten
Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief.
Andere suggesties voor een LNG plasbrand kunnen gemaild worden naar info@scenarioboekev.nl
- PGS3 ↩
- Rekenmethodiek LNG tankstations, v 1.0.2, pagina 32, RIVM, 25 april 2017 ↩
- Rekenmethodiek LNG tankstations, v 1.0.2, pagina 34, RIVM, 25 april 2017 ↩
- Handleiding Risicoberekeningen Bevi, v3.3, hfst 3.4, RIVM, 1 juli 2015. ↩
- Concept rekenmethodiek LNG tankstations ↩
- Bij de slachtofferberekening is uitgegaan van onbeschermde personen. In een toekomstige versie zal onderscheid worden gemaakt tussen drie beschermingsniveaus: geen bescherming, zomerkleding en winterkleding ↩
- Onderbouwing-van-de-slachtofferinschatting-van-het-scenarioboekEV. ↩
- In deze beschrijving wordt uitgegaan een plasbrand. Mocht de plas nog niet zijn ontstoken is er meer tijd voor het handelingsperspectief. ↩
- goed werkend internet en mobiele telefonie, buurten ten behoeve van zelfredzaamheid, risicocommunicatieplan ↩
- tweezijdig toegankelijk, vluchtroute scheiden van route voor hulpdiensten, vluchtroute van de risicobron af Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019Hoofdstuk 4 ↩
- Verlies van capaciteit, die nodig voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buitenbeschouwing gelaten, doordat deze situationeel is. ↩
- Bij buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig ↩
- Er bestaat kans op een scenario waarbij na niet directe ontsteking, afdekken van de plas nog mogelijk is. Een aanvullend schuimblusvoertuig is dan noodzakelijk. De hiervoor benodigde hoeveelheid schuim is ca. 660 l. Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019bijlage 3. De inzet van een tweede peloton is dan niet noodzakelijk ↩
- Uitgangspunt: in het incidentgebied met een straal van 50m, een omtrek van ca. 300m en 50% bebouwing zal een gevellengte van ca. 150m moeten worden gekoeld/geblust. Op basis van het kengetal van 50m per TS zijn hiervoor ten minste 3TS-en nodig ↩
- Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en
Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0 ↩ - Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20 ↩
- Er bestaat kans op een scenario waarbij na niet directe ontsteking, afdekken van de plas nog mogelijk is. Een aanvullend schuimblusvoertuig is dan noodzakelijk. De hiervoor benodigde hoeveelheid schuim is ca. 660 l. Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019bijlage 3. De inzet van een tweede peloton is dan niet noodzakelijk. Het oproepen van een specialistische schuimbluseenheid kost <60 minuten voor een plas tot 1500m². ↩
- Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019bijlage 3 ↩
- Peloton Grootschalige watervoorziening: Capaciteit: 2×4000 l/min over 1 km of 2 x 2000l/min over 2,5 km. Afstand locatie tot geschikte waterwinplaats en slangenweg bepaalt de inzettijd>1,5 uur. ↩
- Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en
Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0 ↩ - De Nederlandse slachtofferregistratiekaart p.3. oktober 2006 ↩
- LPCGBI p.1 september 2013 ↩
- Leidraad GGB p.12 december 2015 ↩
- Leidraad GGB p.10 december 2015 ↩
- Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan ↩
- landelijk netwerk acute zorg www.lnaz.nl ↩
- Beverwijk, Rotterdam, Groningen ↩
- casus ” Het Hemeltje” Volendam ↩