Scenarioboek Externe Veiligheid

Een handboek met beschrijvingen van ongevalscenario's met gevaarlijke stoffen

Hoofdmenu

  • Home
  • Nieuwsarchief
  • Achtergrondinformatie
    • Gebruik scenariokaarten
    • Beheer scenariokaarten
    • Onderbouwing
    • Bepaling van de omgevingsveiligheid
    • Bronnen scenariokaarten
    • Faq
  • Contact

 

Print

 

Op deze pagina is een scenariokaart weergegeven waarin een ongeval met gevaarlijke stoffen is uitgewerkt. In de kaart vindt u informatie over wat er kan gebeuren en wat je kunt doen om het te voorkomen, beperken en bestrijden. Deze informatie kan gebruikt worden bij advisering over ruimtelijke ontwikkelingen. Bij het gebruik van de kaart is belangrijk in acht te nemen dat het slechts een voorbeeldscenario is. Het daadwerkelijke verloop van het scenario is altijd afhankelijk van situatiespecifieke omstandigheden.
Status van de kaart: Actueel
  • Laatste update: 22 augustus 2018
Spoor

Ketelwagen LPG – Fakkelbrand

spoor-lpg-ketelwagen-fakkelbrandAlgemene beschrijving Een fakkelbrand wordt veroorzaakt doordat na een botsing een afsluiter afbreekt van de ketelwagen. Hierdoor stroomt LPG uit en ontsteekt direct. Er ontstaat een fakkel die blijft branden tot de tank leeg is. Effecten Het effect van een fakkelbrand is warmtestraling. Dit effect kan slachtoffers, schade en brand in de omgeving veroorzaken.

Toon alle gedetailleerde informatie Verberg alle gedetailleerde informatie

Parameters effectberekeningen
Sluit Parameters effectberekeningen
Modelleringssoftware
Effectsfile
TNO Effects 10.0.6: TPDIS model; Jet Fire (Chamberlain modell).
Uitgangspunten  
Stofnaam Propaan [1]
Stofcategorie GF3
Systeemgrootte 120 m3
Vullingsgraad 80%
Massa in de ketel
50.000 kg [2]
Faaldruk 6,2 bar [3]
Grootte van het gat 75 mm [4]
Hoogte van uitstroom 1 m
Omgevingstemperatuur 9 °C
Blootstellingsduur 20 s
Temperatuur in de tank 9 °C
Hoek uitstroom 45°
Resultaten  
Lengte van de fakkel 100 m
Representatieve uitstroomtijd 685 s
Kans van optreden
Sluit kans van optreden

De kans op een fakkelbrand LPG na een ongeval met een ketelwagen wordt bepaalt door de kans op een ongeval, de kans op een continue uitstroom en kans op een directe ontsteking.  Deze kans wordt per ketelwagen, per jaar, per wagenkilometer geschat op [5]:

    N basis N continue uitstroom N directe ontsteking N scenario
Baanvaksnelheid <40 kmh  Zonder wissels 1.4 x 10 -8 4.7 x 10 -4 0.5 = 3.3 x 10 -12
Met wissels 4.7 x 10 -8 4.7 x 10 -4 0.5 = 1.1 x 10 -11
Baanvaksnelheid >40 kmh  Zonder wissels 2.8 x 10 -8 1.7 x 10 -3 0.5 = 2.4 x 10 -11
Met wissels 6.1 x 10 -8 1.7 x 10 -3 0.5 = 5.2 x 10 -11

Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:

  • Baanvaksnelheid verlagen;
  • Inrichting van het spoor optimaliseren (bijvoorbeeld door het beperken van wissels);
  • Het aantal transportbewegingen verminderen.
Effecten
Sluit Effecten

Het effect van een fakkelbrand is warmtestraling. Dit effect kan slachtoffers, schade en brand in de omgeving veroorzaken. warmtestraling is in combinatie met de blootstellingsduur bepalend voor het slachtoffer- en het schadebeeld.

In de onderstaande tabel zijn de effecten van warmtestraling weergegeven. De tabel effectafstanden en gevolgen geeft 3 ringen aan. Binnen de eerste ring komt 99% van de aanwezigen te overlijden. In de tweede ring komen aanwezigen te overlijden of kunnen slachtoffer worden. In de derde ring vallen geen doden maar kunnen aanwezigen nog wel slachtoffer worden. De grens van de derde ring geeft aan tot waar eerstegraads brandwonden kunnen voorkomen. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de bescherming van bijvoorbeeld gebouwen komen mensen te overlijden (†) of raken gewond: van zeer zwaargewond (T1) tot licht gewond (T3). De schade aan objecten varieert van onherstelbare schade tot lichte schade. De effectafstanden zijn berekend vanaf de ketelwagon.

De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand, warmtestraling versus afstand en warmtestralingscontouren.

Tabel Effectafstanden en gevolgen [6]

Effectafstand
(meter)
Warmtestraling
(kW/m2)
Slachtoffers buiten
(0 % bescherming)
Slachtoffers buiten zomerkleding
(40 % bescherming)
Slachtoffers buiten winterkleding
(85 % bescherming)
†T1T2T3†T1T2T3†T1T2T3
1e ring ≤ 135≥ 3510000010000094600
Grens 1e ring: 99% letaal
1353599100100000158410
2e ring135 tot 16535 tot 10381204923270496321249
Grens 2e ring: 1% letaal16510110881108801188
3e ring165 tot 20010 tot 4000290002900029
Grens 3e ring: 1% 1e grd brw 2004000100010001
Effectafstand
(meter)
Warmtestraling
(kW/m2)
Schade aan objectenSlachtoffers binnen (0% bescherming)
†T1T2T3
1e ring ≤ 135≥ 35Onherstelbare schade
Alle brandbare materialen gaan branden
47206
Grens 1e ring13535101045
2e ring135 tot 16535 tot 10Gemiddelde schade
Brandhaarden, vervorming van hout en kunststof.
Breuk dubbelglas tot 160 meter.
31012
Grens 2e ring165100000
3e ring165 tot 20010 tot 4Lichte schade
Geen branden, afbladderen verf en ernstige verkleuringen.
Breuk enkel glas tot 180 meter.
0000
Grens 3e ring20040000

Grafiek Letaliteit vs. Afstand [7]

sk-spoor-lpg-fakkel-letaliteit

Grafiek warmtestraling vs. Afstand

sk-spoor-lpg-fakkel-hittestraling

Contouren warmtestraling

sk-spoor-lpg-fakkel-contour

Zelfredzaamheid en Handelingsperspectief
Sluit Zelfredzaamheid en Handelingsperspectief

Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een fakkelbrand op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven. 

Mogelijk handelingsperspectief

Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is bevorderlijk.

  • Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten (uit het zicht van de brand, onder dekking van objecten zoals muren).
  • Als er schuilmogelijkheden zijn, is dekking zoeken of een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
  • Voor personen binnen is het handelingsperspectief binnen blijven en schuilen (sluiten van binnendeuren vertraagt de uitbreiding van een eventuele brand).
  • Als secundaire branden optreden, is het handelingsperspectief vluchten aan de schaduwzijde van het gebouw ten opzichte van de fakkelbrand (extra beschermende kleding beperkt de blootstelling).

Randvoorwaarden

De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Het verloop van het ongevalsscenario:

  • De snelheid waarmee het scenario fakkelbrand zich voltrekt is afhankelijk van het ontstekingsmoment.
  • Na ontsteking zijn direct de effecten merkbaar en duurt de fakkelbrand niet langer dan 11 minuten.

Herkenbaarheid van het scenario:

  • Een fakkelbrand is door zijn hitte ontwikkeling direct waarneembaar voor de aanwezigen.
  • Als de fakkel nog niet ontstoken is, is het mogelijke gevaar niet direct herkenbaar.

Mate van bewustzijn van de gevaren:

  • Weten dat er een ongeval is met een LPG ketelwagon 
  • Weten wat de gevaren zijn van LPG
  • Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) fakkelbrand

Gesteldheid van personen:

  • Fysieke gesteldheid
  • Geestelijke gesteldheid

Aanwezige voorzieningen:

  • Mogelijkheden om van de bron af te vluchten
  • Mogelijkheden om te schuilen
Optreden Multidisciplinaire hulpverlening
Sluit Optreden Multidisciplinaire hulpverlening

Brandweerzorg 

De brandweer start met de processen

  • Bron- en emissiebestrijding: 
    – Bepalen van het bron- en effectgebied;
    – Plasbrand gecontroleerd laten uitbranden;
    – Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door
       middel van het afschermen van de omgeving;
    – Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de
       omgeving blussen;
    – Waarschuwen bevolking. [8].

  • Redding:
    – Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers). 

Relevante aspecten 

  • Passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit);
  • Repressieve voorbereiding op een fakkelbrand op het spoor
  • Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd) ;
  • Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen);
  • Beschikbaarheid alarmeringssysteem voor snelle alarmering hulpverleningsdiensten en aanwezigen in het effectgebied.[9]
  • Toegankelijkheid gebied [10]

Capaciteit [11]:

  • Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving. Bij dit incident is uitgegaan van verstedelijkt gebied [12]. 
  • Houd rekening met een inzet van 1-4 tankautospuiten (basispeloton), 1 hoogwerker en grootschalige bluswatervoorziening. [13] 
  • Houd rekening met een inzet van een tweede peloton en grootschalige bluswatervoorziening ten behoeve van het koelen/blussen van secundaire branden. [14]
  • Houdt rekening met de inzet van een extra peloton (4  tankautospuiten)  voor redding/evacuatie en hulpverlening aan slachtoffers naar het gewondennest.

Opkomst/inzettijd [15]

Schematische weergave incident verloop bij grootschalig brandweer optreden

30 minuten
  • Norm opkomsttijd eerste peloton [16] De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan.
  • Norm opkomsttijd hoogwerker
45 minuten
  • Beschikbaarheid aanvullend tweede en/of derde peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd.
60 minuten
  • Inzettijd  grootschalige watervoorziening 45-60 minuten

Bluswatervoorziening

  • Het waterleidingnet met ondergrondse brandkranen (primaire bluswatervoorziening) heeft onvoldoende capaciteit.
  • Voldoende openbare secundaire bluswatervoorziening  is noodzakelijk  ten behoeve van het afschermen en uitbreiding voorkomen. De norm voor spoorincidenten met gevaarlijke stoffen is 6000 l/min voor 4 uur. [17].
  • Voldoende openbare secundaire bluswatervoorziening  is noodzakelijk  ten behoeve van koeling/blussing omliggende bebouwing (bij voorkeur binnen 200m doorlopend watersysteem met minimaal 80 cm. diepte voor voeding 3 tankautospuiten 3x2000l/min).[18]

Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers [19]

  • In de hectische fase komt via burgerhulp de redding op gang van slachtoffers met brandwonden. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
  • Noodzakelijke opschaling/bijstand wordt bepaald o.b.v. inschatting aantal slachtoffers.
  • Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie is mogelijk via het invoeren van de effectcontouren in de link naar Bag populatieservice

Geneeskundige zorg

De geneeskundige hulpverlening start met de processen: 

  • Spoedeisende Medische Hulpverlening:[20] 
    – Triage;
    – Inrichten van een gewondennest en behandelen van slachtoffers;
    – Vervoeren/Verwijzen naar ziekenhuizen.
  • Publieke gezondheidszorg:
    – De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid via (drink)water (gebiedsafhankelijk).
    – Onderzoek individueel
  • Psychosociale Hulpverlening:
    – Signaleren getroffenen
    – Verwijzen getroffenen

Relevante aspecten zijn:

  • Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers met ernstige brandwonden.
  • Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de aanlandingsplaats.
  • Veilige werklocatie voor de GHOR.
  • Na een brand verlenen omstanders hulp. Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp. 
  • Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Aantal slachtoffers

<10
  • In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig.  Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput.
> 10
  • Het LPCGBI treedt in werking [21].
  • De leidraad GGB kan in werking worden gesteld. [22]
> 250
  • De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd. Uitgegaan wordt van 250 slachtoffers waarvan 25 T1, 75 T2 en 150 T3.  [23]

Type slachtoffers

  • Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen met ernstige brandwonden (locatiespecifiek). Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan. [24]
  • Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzame personen (zorginstellingen).

Type letsel

  • Door warmtestraling ontstaan uitwendige brandwonden. Bij inademing van hete gassen ontstaat inhalatietrauma.
  • Stabilisatie van brandwondenslachtoffers is mogelijk in elk level 1 ziekenhuis  [25]. Specialistische behandeling van brandwonden kan in een beperkt aantal centra in Nederland plaatsvinden [26].
  • Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.
  • Een langdurig traject van nazorg restletsel en psychotrauma  [27] is te verwachten.

Optreden politie en gemeente (Hulpverlening)

Mogelijke taken

Politie

  • Afzetten van het effectgebied
  • Aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen of vluchten
  • Gidsen van brandweervoertuigen en ambulances

 

Gemeente

  • Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
  • Voorlichting/communicatie over het ongeval
  • Registreren van slachtoffers

Randvoorwaarden

Politie

  • Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied
  • Voldoende mensen en middelen om het effectgebied af te kunnen zetten
  • Een operationeel mobiliteitsplan

Gemeente

  • Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied
  • Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
  • Operationeel voorlichting- en communicatieplan
Maatregelen
Maatregelen

Kansbeperkend

Maatregel Werking van de maatregel
Wegnemen van de risicobron Het wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg.
Begrenzen van de doorzet Minder vervoersbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af.

Effect en gevolgbeperkend

Maatregel Werking van de maatregel
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt.
Verdeling typen gebouwen Door rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen.
Venstertijden Door gebruik te maken van venstertijden worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden.  
Bouwwerken als afscherming Ook door middel van bouwwerken, zoals gebouwen of tunnels, kan schaduwwerking gerealiseerd worden. Een gebouw  tussen de  activiteit met gevaarlijke stoffen en kwetsbare objecten/vluchtroutes kan dienen als afscherming.
Toepassen van brandwerend metselwerk De keuze van het metselwerk bepaalt de brandwerendheid van de gevel. 
Gebruik maken van minerale wolisolatie Minerale wolisolatie is onbrandbaar.
Toepassen van brand- en hittewerende beglazing Brand- en hittewerende beglazing bestaat uit gelaagd glas, samengesteld uit twee of meer lagen blank floatglas en één of meer speciale opschuimende tussenlagen. In geval van brand vormen deze tussenlagen een beschermend schild.
Gebruik maken van houten en stalen kozijnen Houten en stalen kozijnen zijn getest voor een brandwerende toepassing. Kunststof kozijnen (zonder stalen vulling) zijn niet brandwerend.
Gebruik maken van dakpannen Dakpannen houden straling tegen en zijn onbrandbaar.
Toepassen van een gesprinkelde buitengevel Bij een gesprinkelde buitengevel wordt water automatisch over de gevel gespoten in geval van een calamiteit.
Hoogteverschillen creëren en benutten Door hoogteverschillen in de omgeving te creëren of te benutten kan schaduwwerking gerealiseerd worden om mensen meer tijd te bieden om te vluchten naar veiligere plekken. Hoogteverschillen kunnen bijvoorbeeld gecreëerd worden door het aanbrengen van een wal of scherm.

Bevordering van de zelfredzaamheid

Maatregel Werking van de maatregel
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. 
Risicocommunicatie Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied het bete handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario.
Galerij / trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw plaatsen Door de galerij/trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw te realiseren, vormt het gebouw zelf een bescherming tegen de warmtestraling.
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn.
Verzamelplaatsen bepalen en geschikt maken voor een (dreigende) fakkelbrand De verzamelplaats dient dan als een schuilplaats als mensen binnen in het gebouw niet meer voldoende beschermt zijn tegen het scenario.
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een fakkelbrand  Door te oefenen met het fakkelbrandscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit.

Bevordering van de hulpverlening

Maatregel Werking van de maatregel
Werkende communicatiemiddelen Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken.
Waarschuwingsmiddelen Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken.
Afstemming hulpdiensten Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief.
Bluswater Voor een adequate hulpverlening van de brandweer is het van belang dat voldoende bluswater aanwezig is bij de activiteit met gevaarlijke stoffen. Door de waterbron onderdeel te laten zijn van een doorlopend watersysteem, wordt het water steeds aangevuld.
Voorbeeld
Voorbeeld

De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van een fakkelbrand bij een ketelwagen. Suggesties kunnen gemaild worden naar info@scenarioboekev.nl

 

  1. Hoewel LPG een mengsel is van propaan en butaan (Bron: PGS18, v1.0, p66, december 2013), blijkt er uit de berekeningen van Effects slechts marginale verschillen te zijn tussen beide stoffen. ↩
  2. In de HART versie 1.1 hoofdstuk 9.3, 1 april 2015 wordt 50 ton genoemd als karakteristieke tankhoeveelheid; aangenomen is dat de vullingsgraad 80% is; de tankinhoud is dan 120 m3 ↩
  3. De faaldruk is de werkdruk. Bij 9 °C is dat 6.2 bar (de verzadigingsdampspanning) ↩
  4. HART versie 1.1 hoofdstuk 9.3, P 53, 1 april 2015  ↩
  5. HART versie 1.1 hoofdstuk 9.4., 1 april 2015 ↩
  6. Onderbouwing-van-de-slachtofferinschatting-van-het-scenarioboekEV. ↩
  7. Afstanden op basis van geen bescherming en buitenshuis. ↩
  8. goed werkend internet en mobiele telefonie,    buurten ten behoeve van zelfredzaamheid, risicocommunicatieplan ↩
  9. goed werkend internet en mobiele telefonie , buurtalarmeringssysteem ten behoeve van zelfredzaamheid ↩
  10. spoordijk tweezijdig toegankelijk tot 100m. incident bij kwetsbare bebouwing in directe omgeving. Vluchtroute scheiden van route voor hulpdiensten Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019Hoofdstuk 4 ↩
  11. Verlies van capaciteit, die nodig voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buitenbeschouwing gelaten, doordat deze situationeel is. ↩
  12. Bij buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig ↩
  13. Bij de bestrijdbaarheid van treinincidenten speelt de bereikbaarheid een cruciale rol. Bij de inschatting van de benodigde capaciteit wordt hiermee rekening gehouden. Uitgangspunt is koelen aan twee zijden van naastgelegen ketelwagons aan beide zijden van het incident op slecht bereikbare spoordijk. De optie afschermen en uit laten branden kan bij dit incident worden verkozen ↩
  14. Koelen/blussen vindt plaats aan twee zijden van de spoordijk. Hiervoor is een peloton en grootschalige bluswatervoorziening noodzakelijk. ↩
  15. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en
    Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0 ↩
  16. Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten  doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20 ↩
  17. Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019bijlage 3 ↩
  18. Peloton Grootschalige watervoorziening: Capaciteit: 2×4000 l/min over 1 km of 2 x 2000l/min over 2,5 km. Afstand locatie tot geschikte waterwinplaats en slangenweg bepaalt de inzettijd>1,5 uur. ↩
  19. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0 ↩
  20. De Nederlandse slachtofferregistratiekaart p.3. oktober 2006 ↩
  21. LPCGBI p.1 september 2013 ↩
  22. Leidraad GGB p.12 december 2015 ↩
  23. Leidraad GGB p.10 december 2015 ↩
  24. Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan ↩
  25.  landelijk netwerk acute zorg www.lnaz.nl  ↩
  26. Beverwijk, Rotterdam, Groningen ↩
  27. casus ” Het Hemeltje” Volendam ↩
Print

 

Ontwikkeld door:

 
In samenwerking met:
  • Disclaimer & Privacy Policy

Overige Scenariokaarten  Overige Scenariokaarten

bekijk alle resultaten…
  • Bedrijven
    • Ammoniak koelinstallatie
      • Koelinstallatie Ammoniak – Giftige wolk
    • Benzine-Tankstation
      • Tankwagen Benzine – Plasbrand
    • CNG-Tankstation
      • CNG Tankstation – Fakkelbrand
      • CNG Tankstation – Wolkbrand
    • Electriciteits Opslag Systeem
      • Li-ion Energieopslag systeem (EOS) – Giftige wolk
    • LPG-Tankstation
      • Tankwagen LPG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LPG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LPG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LPG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
    • LNG-Tankstation
      • Tankwagen LNG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LNG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LNG – Plasbrand
      • Tankwagen LNG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LNG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
    • Opslagloods gevaarlijke stoffen
      • Opslagloods gevaarlijke stoffen (PGS 15) – Giftige wolk
    • Propaantanks
      • Propaan opslagtanks – Fakkelbrand
      • Propaan opslagtanks – Warme BLEVE
      • Propaan opslagtanks – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
      • Propaan opslagtanks – Koude BLEVE
    • Waterstof-Tankstation
      • Waterstoftankstation – Explosie
      • Waterstoftankstation – Fakkelbrand
  • Weg
    • Transport Acrylnitril
      • Tankwagen Acrylnitril – Giftige wolk
      • Tankwagen Acrylnitril – Plasbrand
    • Transport Ammoniak
      • Tankwagen Ammoniak – giftige wolk
      • Tankwagen Ammoniak-gaswolkexplosie?
    • Transport Benzine
      • Tankwagen Benzine – Plasbrand
    • Transport LNG
      • Tankwagen LNG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LNG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LNG – Plasbrand
      • Tankwagen LNG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LNG – Wolkbrand
    • Transport LPG
      • Tankwagen LPG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LPG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LPG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LPG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
    • Transport Methanol
      • Tankwagen methanol – Plasbrand
    • Transport Waterstof
      • Cilinderpakket Waterstof – Explosie
      • Cilinderpakket waterstof – Fakkelbrand
      • Tubetrailer Waterstof – Explosie
      • Tubetrailer Waterstof – Fakkelbrand
    • Transport Zwaveltrioxide
      • Tankwagen Zwaveltrioxide – Giftige wolk
  • Spoor
    • Spoortransport Ammoniak
      • Ketelwagen Ammoniak – Giftige Wolk
    • Spoortransport Acrylnitril
      • Ketelwagen Acrylnitril – Giftige wolk
      • Ketelwagen Acrylnitril – Plasbrand
    • Spoortransport Benzine
      • Ketelwagen benzine – Plasbrand
    • Spoortransport chloor
      • Ketelwagen chloor – Giftige Wolk
    • Spoortransport LPG
      • Ketelwagen LPG – Fakkelbrand
      • Ketelwagen LPG – Koude BLEVE
      • Ketelwagen LPG – Warme BLEVE
      • Ketelwagen LPG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
  • Water
    • Watertransport Acrylnitril
      • Zeevaarttanker – Acrylnitril – giftige wolk
      • Zeevaarttanker – acrylnitril – plasbrand
    • Bunkering LNG
      • Bunkerschip – LNG – wolkbrand
      • Bunkerschip- LNG- Plasbrand
    • Watertransport LNG
      • Binnenvaarttanker – LNG – plasbrand
      • Binnenvaarttanker – LNG – wolkbrand
      • Zeevaarttanker – LNG – plasbrand
      • Zeevaarttanker – LNG – wolkbrand
    • Watertransport Ammoniak
      • Binnenvaarttanker Ammoniak – Giftige wolk
    • Watertransport Benzine
      • Binnenvaarttanker Benzine – Plasbrand
      • Zeevaarttanker – benzine – plasbrand
    • Watertransport LPG
      • Binnenvaarttanker LPG – Fakkelbrand
      • Binnenvaarttanker LPG – Koude BLEVE
  • Buisleidingen
    • Hoge druk Aardgasleiding
      • Hoge druk aardgasleiding – Fakkelbrand
    • Hoge druk aardgasleiding met bijmenging waterstof
      • Hoge druk aardgasleiding met bijmenging waterstof – Fakkelbrand
    • Kooldioxide buisleiding
      • Kooldioxide buisleiding – Giftige wolk
    • Ruwe Aardolie Leiding
      • Buisleiding Ruwe Aardolie – Plasbrand

Overzicht van alle Scenariokaarten