Scenarioboek Externe Veiligheid

Een handboek met beschrijvingen van ongevalscenario's met gevaarlijke stoffen

Hoofdmenu

  • Home
  • Nieuwsarchief
  • Achtergrondinformatie
    • Gebruik scenariokaarten
    • Beheer scenariokaarten
    • Onderbouwing
    • Bepaling van de omgevingsveiligheid
    • Bronnen scenariokaarten
    • Faq
  • Contact

 

Print

 

Op deze pagina is een scenariokaart weergegeven waarin een ongeval met gevaarlijke stoffen is uitgewerkt. In de kaart vindt u informatie over wat er kan gebeuren en wat je kunt doen om het te voorkomen, beperken en bestrijden. Deze informatie kan gebruikt worden bij advisering over ruimtelijke ontwikkelingen. Bij het gebruik van de kaart is belangrijk in acht te nemen dat het slechts een voorbeeldscenario is. Het daadwerkelijke verloop van het scenario is altijd afhankelijk van situatiespecifieke omstandigheden.
Status van de kaart: In ontwikkeling
  • Laatste update: 27 februari 2019
Buisleidingen

Hoge druk aardgasleiding met bijmenging waterstof – Fakkelbrand

Deze kaart beschrijft een fakkelbrand bij een hogedruk leiding met een mengsel van aardgas en waterstof. Mogelijk wordt in de toekomst waterstof bijgemengd in hogedruk aardgasleidingen. Met deze scenariokaart wordt inzicht gegeven in de gevolgen van deze verandering voor de externe veiligheid scenario’s. De plannen voor bijmenging van waterstof zijn veelal nog in ontwikkelingsfase, daarom zijn in deze scenariokaart verschillenden mengverhoudingen uitgewerkt. Hiermee ontstaat inzicht in de uitwerking van de verhouding waterstof en aardgas in relatie tot de gevaren en gevolgen van een fakkelbrand.

Als beginpunt voor deze kaart is de berekening voor de fakkelbrand hogedrukaardgasleiding gebruikt. In de Effects berekening zijn echter de stoffen aardgas (methaan) en waterstof in verschillende verhoudingen doorgerekend. Dit verschil resulteert in een andere effect afstanden. Deze zijn staan in de effecten tabel.

buisleiding aardgas fakkelbrandAlgemene beschrijving Vanwege (graaf)werkzaamheden ontstaat een breuk in een hogedruk leiding met een mengsel van aardgas en waterstof. Het mengsel van aardgas en waterstof stroomt onder hoge druk uit. Het brandbare gas ontsteekt waardoor een fakkelbrand optreedt. Effecten De effecten van een fakkelbrand zijn warmtestraling en rook. Hierdoor kunnen slachtoffers, schade en brand in de omgeving ontstaan.

Uitgegaan is van directe ontsteking van het uitstromende gas door statische of kinetische energie. Hierdoor ontstaat een fakkelbrand. Direct na de breuk is het uitstroomdebiet en daarmee de omvang van de fakkel het grootst. De eerste fase is berekend over de eerste 20 seconden na de breuk. Het uitstroomdebiet loopt binnen enkele minuten na de breuk terug totdat een stabiel uitstroomdebiet wordt bereikt. Dit stabiele uitstroomdebiet blijft aanwezig totdat de leidingbeheerder het getroffen leidingdeel met afsluiters inblokt.

Toon alle gedetailleerde informatie Verberg alle gedetailleerde informatie

Parameters effectberekeningen
Sluit Parameters effectberekeningen

Modelleringssoftware:
Effectsfiles
40bar:

8inch/12inch/16inch
66bar:
30inch/36inch/48inch
80bar:
30inch/36inch/48inch

TNO effects 10.1.9: Gas release from long pipeling (Wilson model), Jet fire (Chamberlain model).
Uitgangspunten:  
Stofnaam Methaan & Waterstof
Stofcategorie GF3
Initiële overdruk in de leiding 40 bar (regionaal distributienet)
66 en 80 bar (hoofdtransportnet)
Type breuk Guillotinebreuk
Blootstellingsduur slachtoffers 20 seconden
 Weertype  D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s)
 Type leiding Ondergronds, tweezijdige uitstroming
Resultaten:
Het uitstroom debiet en de hoogte van de vlam verschilt afhankelijk van de uitgangspunten. Relevante parameters hiervoor zijn druk, diameter, mengverhouding methaan/waterstof en het verschil tussen de eerste en stabiele fase. Door de grote hoeveelheid van mogelijke combinaties is dit hier niet getoond. Deze resultaten zijn wel in de Effectsfiles te zien. 
Kans van optreden
Sluit kans van optreden

De kans op een breuk van een hogedruk aardgasleiding is afhankelijk van diameter, wanddikte, druk, type materiaal en kerfslagwaarde [1][2].

Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:

  • Een grotere diepteligging;
  • Bescherming van de leiding;
  • Beschermende maatregelen in de buurt van de leiding.
Effecten
Sluit Effecten

Het breken van de buisleiding gaat gepaard met een harde knal. De harde knal wordt veroorzaakt door een fysische explosie door de plotselinge uitzetting van het samengeperste gas dat vrijkomt. De overdrukeffecten van de explosie zijn in dit scenario buiten beschouwing gelaten. Deze explosie veroorzaakt een krater, waaruit het gas in verticale richting uitstroomt. Door de kracht waarmee het gas (tweezijdig) uitstroomt erodeert de krater verder. De uitstroming gaat gepaard met bulderend geraas. Het uitstromende gas ontsteekt direct met een fakkelbrand als gevolg.

De warmtestraling van een fakkelbrand kan slachtoffers, schade en brand in de omgeving veroorzaken. warmtestraling is in combinatie met de blootstellingsduur bepalend voor het slachtoffer- en schadebeeld.

In de onderstaande tabellen zijn de effecten van warmtestraling weergegeven. De tabel effectafstanden en gevolgen geeft 3 ringen aan. Binnen de eerste ring komt 99% van de aanwezigen te overlijden. In de tweede ring komen aanwezigen te overlijden of kunnen slachtoffer worden. In de derde ring vallen geen doden maar kunnen aanwezigen nog wel slachtoffer worden. De grens van de derde ring geeft aan tot waar eerstegraads brandwonden kunnen voorkomen. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de bescherming van bijvoorbeeld gebouwen komen mensen te overlijden (†) of raken gewond: van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). De schade aan objecten varieert van onherstelbare schade tot lichte schade. De effectafstanden zijn van toepassing vanaf elke willekeurig positie van de ondergrondse buisleiding.

De afstanden die horen bij de grenswaarden in de eerste tabel staan in de tweede tabel. Per combinatie van druk, diameter en mengverhouding zijn voor zowel de ‘eerste fase’ als de ‘stabiele fase’ de effectafstanden berekend.

De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van warmtestraling versus afstand. Deze grafiek geeft een goed beeld van de invloed van het bijmengen van waterstof bij aardgas, op de warmtestraling effecten bij een fakkelbrand.

Tabel effecten en gevolgen [3]

Effectafstand
(meter)
Warmtestraling
(kW/m2)
Schade aan objectenSlachtoffers binnen
(0% bescherming)
†T1T2T3
1e ring Zie ringgrenzen
onderstaande tabel
≥ 35Onherstelbare schade
Alle brandbare materialen gaan
branden
≤ 2260≤ 36
Grens 1e ring
35102045
2e ring35 tot 10Gemiddelde schade
Brandhaarden, vervorming van hout en kunststof.
Breuk dubbelglas tot 220 meter.
41013
Grens 2e ring100001
3e ring10 tot 4Lichte schade
Geen branden, afbladderen verf en ernstige verkleuringen.
Breuk enkel glas tot 220 meter.
0000
Grens 3e ring40000
Effectafstand
(meter)
Warmtestraling
(kW/m2)
Slachtoffers buiten
(0 % bescherming)
Slachtoffers buiten zomerkleding
(40 % bescherming)
Slachtoffers buiten winterkleding
(85 % bescherming)
†T1T2T3†T1T2T3†T1T2T3
1e ring Zie ringgrenzen
onderstaande tabel
≥35100000100000≤65≥3500
Grens 1e ring: 99% letaal
3599100100000158410
2e ring35 tot 1040
1005025250505351050
Grens 2e ring: 1% letaal10110901109001190
3e ring10 tot 4000300003000030
Grens 3e ring: 1% 1e grd brw 4000100010001

8 Inch

Tabel effectafstanden

8 inch

Diameter 8 InchEerste fase
Afstand bij 40 bar (m)
Stabiele fase
Afstand bij 40 bar (m)
Percentage H21e ring2e ring3e ring1e ring2e ring3e ring
0%50100150406595
5%4090130356090
10%4080120355580
15%3575115305580
50%256095254570
100%255585204065

Grafiek warmtestraling – afstand 8 inch 40 bar en verschillende percentages waterstof

12 Inch

Tabel effectafstanden

12 inch

Diameter 12 InchEerste fase
Afstand bij 40 bar (m)
Stabiele fase
Afstand bij 40 bar (m)
Percentage H21e ring2e ring3e ring1e ring2e ring3e ring
0%6514021560100150
5%551251905590135
10%501151755085130
15%501101705080125
50%40901404070105
100%30801253065100

Grafiek warmtestraling – afstand 12 inch 40 bar en verschillende percentages waterstof

16 Inch

Tabel effectafstanden

16 inch

Diameter 16 InchEerste fase
Afstand bij 40 bar (m)
Stabiele fase
Afstand bij 40 bar (m)
Percentage H21e ring2e ring3e ring1e ring2e ring3e ring
0%8018028080140205
5%7016025075125190
10%6015023070120180
15%6014022065110170
50%451151805095145
100%401001604590130

Grafiek warmtestraling – afstand 12 inch 40 bar en verschillende percentages waterstof

30 Inch

Tabel effectafstanden

30 inch

Diameter 30 InchEerste fase
Afstand bij 66 bar (m)
Stabiele fase
Afstand bij 66 bar (m)
Eerste fase
Afstand bij 80 bar (m)
Stabiele fase
Afstand bij 80 bar (m)
Percentage H21e ring2e ring3e ring1e ring2e ring3e ring1e ring2e ring3e ring1e ring2e ring3e ring
0%140380590170305460150410640170290440
5%120335525150275415125360560150265400
10%105305480140255385110325515140245370
15%100285450125240360100300480130230350
50%702203608518528070235380100190280
100%60200325701652556021034080165250

36 Inch

Tabel effectafstanden

36 inch

Diameter 36 InchEerste fase
Afstand bij 66 bar (m)
Stabiele fase
Afstand bij 66 bar (m)
Eerste fase
Afstand bij 80 bar (m)
Stabiele fase
Afstand bij 80 bar (m)
Percentage H21e ring2e ring3e ring1e ring2e ring3e ring1e ring2e ring3e ring1e ring2e ring3e ring
0%165450700200360540170485755200345520
5%140400620175325485145425665175310465
10%125360570160300450130385610160290435
15%110340535145280420115360570150275410
50%802654309521532580280450115220330
100%65235385801953007024540595195295

48 Inch

Tabel effectafstanden

48 inch

Diameter 48 InchEerste fase
Afstand bij 66 bar (m)
Stabiele fase
Afstand bij 66 bar (m)
Eerste fase
Afstand bij 80 bar (m)
Stabiele fase
Afstand bij 80 bar (m)
Percentage H21e ring2e ring3e ring1e ring2e ring3e ring1e ring2e ring3e ring1e ring2e ring3e ring
0%205580905250470700215625975250440660
5%170510805220420620180550865220400600
10%150470740200380570160500800205370555
15%140440700175355530145470745190350520
50%100345560115275420105365595145280420
100%853055059524538585320535120250375

Zelfredzaamheid en Handelingsperspectief
Sluit Zelfredzaamheid en Handelingsperspectief

Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een fakkelbrand op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven. 

Mogelijk handelingsperspectief

Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is bevorderlijk. 

  • Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten (uit het zicht van de brand, onder dekking van objecten zoals muren).
  • Als er schuilmogelijkheden zijn, is dekking zoeken of een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
  • Voor personen binnen, dichtbij de bron (daar waar gebouwen ontbranden ) is het handelingsperspectief ontruimen en vluchten.
  • Voor personen binnen, op grotere afstand van de bron (daar waar gebouwen niet ontbranden) is het handelingsperspectief binnenblijven.

Randvoorwaarden

De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Het verloop van het ongevalsscenario:

  • Door statische of kinetische energie zal het gas bij uitstroom onder hogen druk direct ontbranden.
  • Na ontsteking zijn direct de effecten merkbaar en kan een fakkelbrand uren duren.

Herkenbaarheid van het scenario:

  • Een fakkelbrand is door zijn hitte ontwikkeling en bulderend geraas direct waarneembaar voor de aanwezigen.

Mate van bewustzijn van de gevaren:

  • Weten dat er een ongeval is met een hogedruk aardgasleiding 
  • Weten wat de gevaren zijn van aardgas
  • Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) fakkelbrand

Gesteldheid van personen:

  • Fysieke gesteldheid
  • Geestelijke gesteldheid

Aanwezige voorzieningen:

  • Mogelijkheden om van de bron af te vluchten
  • Mogelijkheden om te schuilen
Optreden Multidisciplinaire hulpverlening
Sluit Optreden Multidisciplinaire hulpverlening

Brandweerzorg 

De brandweer start de processen

  • Bron- en emissiebestrijding: 
    – Bepalen van het bron- en effectgebied;
    – De fakkel gecontroleerd laten uitbranden;
    – Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door
     middel van het afschermen van de omgeving;
    – Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de
       omgeving blussen;
    – Waarschuwen bevolking [4]
  • Redding:
    – Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers). 

Relevante aspecten 

  • Voorbereiding op een fakkelbrand bij een hogedruk aardgasleiding met een ” aanvalsplan buisleiding” [5]
  • Voorbereiding op samenwerking/informatiestromen met betrokken partijen (KLIK en leidingexploitant en passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit);
  • Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd);
  • Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen);
  • Beschikbaarheid alarmeringssysteem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen.[6]
  • Toegankelijkheid gebied (bereikbaarheid vaak moeilijk vanwege afgelegen gebieden)

Capaciteit [7]:

  • Bij een fakkelbrand van een buisleiding zal voornamelijk worden ingezet op evacuatie en afscherming van de omgeving totdat de leidingexploitant het betreffende leidingdeel kan blokken of dichten.
  • Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving. Bij dit incident is uitgegaan van verstedelijkt gebied [8]. 
  • Houd rekening met een inzet van 1-4 tankautospuiten (basispeloton), 1 hoogwerker en grootschalige bluswatervoorziening. [9] 
  • Houd rekening met een inzet van een tweede peloton en grootschalige bluswatervoorziening ten behoeve van het koelen/blussen van secundaire branden. [10]
  • Houdt rekening met de inzet van een extra peloton (4  tankautospuiten)  voor redding/evacuatie en hulpverlening aan slachtoffers naar het gewondennest.

Opkomst/inzettijd [11]

Schematische weergave incident verloop bij grootschalig brandweer optreden

30 minuten
  • Norm opkomsttijd eerste peloton [12] De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan.
  • Norm opkomsttijd hoogwerker
45 minuten
  • Beschikbaarheid aanvullend tweede en/of derde peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd.
60 minuten
  • Inzettijd  grootschalige watervoorziening 45-60 minuten (houd rekening met een lange duur van het incident)

Bluswatervoorziening

  • Het waterleidingnet met ondergrondse brandkranen (primaire bluswatervoorziening) heeft onvoldoende capaciteit.
  • Voldoende openbare secundaire bluswatervoorziening  is noodzakelijk  ten behoeve van het afschermen en uitbreiding voorkomen. De norm voor incidenten met gevaarlijke stoffen is 6000 l/min voor 4 uur. [13].
  • Voldoende openbare secundaire bluswatervoorziening  is noodzakelijk  ten behoeve van koeling/blussing omliggende bebouwing (bij voorkeur een  doorlopend watersysteem met minimaal 80 cm. diepte voor voeding 3 tankautospuiten 3x2000l/min).[14]

Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers [15]

  • In de hectische fase komt via burgerhulp de redding op gang van slachtoffers met brandwonden. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
  • Noodzakelijke opschaling/bijstand wordt bepaald o.b.v. inschatting aantal slachtoffers.
  • Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie is mogelijk via het invoeren van de effectcontouren in de link naar Bag populatieservice

Geneeskundige zorg

Relevante processen bij de geneeskundige hulpverlening

  • Spoedeisende Medische Hulpverlening:[16] 
    – Triage;
    – Inrichten van een gewondennest en behandelen van slachtoffers;
    – Vervoeren/Verwijzen naar ziekenhuizen.
  • Publieke gezondheidszorg:
    – De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid via (drink)water (gebiedsafhankelijk).
    – Onderzoek individueel
  • Psychosociale Hulpverlening:
    – Signaleren getroffenen
    – Verwijzen getroffenen

Relevante aspecten 

  • Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers met ernstige brandwonden.
  • Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de locatie.
  • Veilige werklocatie voor de GHOR.
  • Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Aantal slachtoffers

<10
  • In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig.  Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput.
> 10
  • Het LPCGBI treedt in werking [17].
  • De leidraad GGB kan in werking worden gesteld. [18]
> 250
  • De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd. Uitgegaan wordt van 250 slachtoffers waarvan 25 T1, 75 T2 en 150 T3. [19]

Type slachtoffers

  • Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen met ernstige brandwonden (locatiespecifiek). Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan. [20]
  • Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzame personen (zorginstellingen).

Type letsel

  • Door warmtestraling ontstaan uitwendige brandwonden. Bij inademing van hete gassen ontstaat inhalatietrauma.
  • Stabilisatie van brandwondenslachtoffers is mogelijk in elk level 1 ziekenhuis  [21]. Specialistische behandeling van brandwonden kan in een beperkt aantal centra in Nederland plaatsvinden [22].
  • Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.
  • Een langdurig traject van nazorg restletsel en psychotrauma  [23] is te verwachten.

Optreden Gasunie, politie, gemeente (Hulpverlening)

Mogelijke taken

Politie

  • Afzetten van het effectgebied
  • Aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen of vluchten
  • Gidsen van brandweervoertuigen en ambulances

 

Gemeente

  • Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
  • Voorlichting/communicatie over het ongeval
  • Registreren van slachtoffers

 

Gasunie/leidingbeheerder

  • Inblokken gasleiding

Randvoorwaarden

Politie

  • Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied
  • Voldoende mensen en middelen om het effectgebied af te kunnen zetten
  • Een operationeel mobiliteitsplan

Gemeente

  • Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied
  • Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
  • Operationeel voorlichting- en communicatieplan

Gasunie/leidingbeheerder

  • Inbloksystemen
  • Responsorganisatie

 

Maatregelen
Maatregelen

Kansbeperkend

Maatregel Werking van de maatregel
Wegnemen van de risicobron Het wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg.
Afdekken met platen De platen beschermen de leiding tegen beschadiging bij graafwerkzaamheden.
Plaatsen van een aarde of zand op de leiding Het verhogen van de grond  verkleind de kans op beschadiging bij graafwerkzaamheden.

Effect en gevolgbeperkend

Maatregel Werking van de maatregel
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt.
Verdeling typen gebouwen Door rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen.
Bouwwerken als afscherming Ook door middel van bouwwerken, zoals gebouwen of tunnels, kan schaduwwerking gerealiseerd worden. Een gebouw  tussen de  activiteit met gevaarlijke stoffen en kwetsbare objecten/vluchtroutes kan dienen als afscherming.
Toepassen van brandwerend metselwerk De keuze van het metselwerk bepaalt de brandwerendheid van de gevel. 
Gebruik maken van minerale wolisolatie Minerale wolisolatie is onbrandbaar.
Toepassen van brand- en hittewerende beglazing Brand- en hittewerende beglazing bestaat uit gelaagd glas, samengesteld uit twee of meer lagen blank floatglas en één of meer speciale opschuimende tussenlagen. In geval van brand vormen deze tussenlagen een beschermend schild.
Gebruik maken van houten en stalen kozijnen Houten en stalen kozijnen zijn getest voor een brandwerende toepassing. Kunststof kozijnen (zonder stalen vulling) zijn niet brandwerend.
Gebruik maken van dakpannen Dakpannen houden straling tegen en zijn onbrandbaar.
Toepassen van een gesprinkelde buitengevel Bij een gesprinkelde buitengevel wordt water automatisch over de gevel gespoten in geval van een calamiteit.
Hoogteverschillen creëren en benutten Door hoogteverschillen in de omgeving te creëren of te benutten kan schaduwwerking gerealiseerd worden om mensen meer tijd te bieden om te vluchten naar veiligere plekken. Hoogteverschillen kunnen bijvoorbeeld gecreëerd worden door het aanbrengen van een wal of scherm.

Bevordering van de zelfredzaamheid

Maatregel Werking van de maatregel
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. 
Risicocommunicatie Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied het bete handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario.
Galerij / trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw plaatsen Door de galerij/trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw te realiseren, vormt het gebouw zelf een bescherming tegen de warmtestraling.
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn.
Verzamelplaatsen bepalen en geschikt maken voor een (dreigende) fakkelbrand De verzamelplaats dient dan als een schuilplaats als mensen binnen in het gebouw niet meer voldoende beschermt zijn tegen het scenario.
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een fakkelbrand  Door te oefenen met het fakkelbrandscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit.

Bevordering van de hulpverlening

Maatregel Werking van de maatregel
Werkende communicatiemiddelen Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken.
Waarschuwingsmiddelen Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken.
Afstemming hulpdiensten Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief.
Bluswater Voor een adequate hulpverlening van de brandweer is het van belang dat voldoende bluswater aanwezig is bij de activiteit met gevaarlijke stoffen. Door de waterbron onderdeel te laten zijn van een doorlopend watersysteem, wordt het water steeds aangevuld.
Voorbeeld
Voorbeeld

De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van fakkelbrand met een mengsel van aardgas en waterstof.
Suggesties kunnen gemaild worden naar info@scenarioboekev.nl

 

  1. Risicoanalye aardgastranportleidingen, p37, Gasunie, 18 december 2008 ↩
  2. Achtergronden bij vervanging van de zoneringsafstanden hoge druk aardgastransportleidingen van de N.V. Nederlandse Gasunie, 13 november 2008 ↩
  3. Onderbouwing-van-de-slachtofferinschatting-van-het-scenarioboekEV. ↩
  4. goed werkend internet en mobiele telefonie, buurten ten behoeve van zelfredzaamheid, risicocommunicatieplan ↩
  5. Handreiking incidentbestrijding buisleidingincidenten, kennisplein IFV, juli 2018 ↩
  6. goed werkend internet en mobiele telefonie , buurtalarmeringssysteem ten behoeve van zelfredzaamheid ↩
  7. Verlies van capaciteit, die nodig voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buitenbeschouwing gelaten, doordat deze situationeel is. ↩
  8. Bij buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig ↩
  9. Bij buisleidingincidenten kan de bereikbaarheid een cruciale rol spelen. Bij de inschatting van de benodigde capaciteit wordt hiermee rekening gehouden. De optie afschermen en uit laten branden i.o.m. leidingbeheerder kan bij dit incident worden verkozen ↩
  10. Koelen/blussen vindt plaats aan twee zijden van de spoordijk. Hiervoor is een peloton en grootschalige bluswatervoorziening noodzakelijk. ↩
  11. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en
    Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0 ↩
  12. Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten  doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20 ↩
  13. Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019bijlage 3 ↩
  14. Peloton Grootschalige watervoorziening: Capaciteit: 2×4000 l/min over 1 km of 2 x 2000l/min over 2,5 km. Afstand locatie tot geschikte waterwinplaats en slangenweg bepaalt de inzettijd>1,5 uur. ↩
  15. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0 ↩
  16. De Nederlandse slachtofferregistratiekaart p.3. oktober 2006 ↩
  17. LPCGBI p.1 september 2013 ↩
  18. Leidraad GGB p.12 december 2015 ↩
  19. Leidraad GGB p.10 december 2015 ↩
  20. Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan ↩
  21.  landelijk netwerk acute zorg www.lnaz.nl  ↩
  22. Beverwijk, Rotterdam, Groningen ↩
  23. casus ” Het Hemeltje” Volendam ↩
Print

 

Ontwikkeld door:

 
In samenwerking met:
  • Disclaimer & Privacy Policy

Overige Scenariokaarten  Overige Scenariokaarten

bekijk alle resultaten…
  • Bedrijven
    • Ammoniak koelinstallatie
      • Koelinstallatie Ammoniak – Giftige wolk
    • Benzine-Tankstation
      • Tankwagen Benzine – Plasbrand
    • CNG-Tankstation
      • CNG Tankstation – Fakkelbrand
      • CNG Tankstation – Wolkbrand
    • Electriciteits Opslag Systeem
      • Li-ion Energieopslag systeem (EOS) – Giftige wolk
    • LPG-Tankstation
      • Tankwagen LPG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LPG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LPG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LPG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
    • LNG-Tankstation
      • Tankwagen LNG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LNG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LNG – Plasbrand
      • Tankwagen LNG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LNG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
    • Opslagloods gevaarlijke stoffen
      • Opslagloods gevaarlijke stoffen (PGS 15) – Giftige wolk
    • Propaantanks
      • Propaan opslagtanks – Fakkelbrand
      • Propaan opslagtanks – Warme BLEVE
      • Propaan opslagtanks – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
      • Propaan opslagtanks – Koude BLEVE
    • Waterstof-Tankstation
      • Waterstoftankstation – Explosie
      • Waterstoftankstation – Fakkelbrand
  • Weg
    • Transport Acrylnitril
      • Tankwagen Acrylnitril – Giftige wolk
      • Tankwagen Acrylnitril – Plasbrand
    • Transport Ammoniak
      • Tankwagen Ammoniak – giftige wolk
      • Tankwagen Ammoniak-gaswolkexplosie?
    • Transport Benzine
      • Tankwagen Benzine – Plasbrand
    • Transport LNG
      • Tankwagen LNG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LNG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LNG – Plasbrand
      • Tankwagen LNG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LNG – Wolkbrand
    • Transport LPG
      • Tankwagen LPG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LPG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LPG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LPG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
    • Transport Methanol
      • Tankwagen methanol – Plasbrand
    • Transport Waterstof
      • Cilinderpakket Waterstof – Explosie
      • Cilinderpakket waterstof – Fakkelbrand
      • Tubetrailer Waterstof – Explosie
      • Tubetrailer Waterstof – Fakkelbrand
    • Transport Zwaveltrioxide
      • Tankwagen Zwaveltrioxide – Giftige wolk
  • Spoor
    • Spoortransport Ammoniak
      • Ketelwagen Ammoniak – Giftige Wolk
    • Spoortransport Acrylnitril
      • Ketelwagen Acrylnitril – Giftige wolk
      • Ketelwagen Acrylnitril – Plasbrand
    • Spoortransport Benzine
      • Ketelwagen benzine – Plasbrand
    • Spoortransport chloor
      • Ketelwagen chloor – Giftige Wolk
    • Spoortransport LPG
      • Ketelwagen LPG – Fakkelbrand
      • Ketelwagen LPG – Koude BLEVE
      • Ketelwagen LPG – Warme BLEVE
      • Ketelwagen LPG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
  • Water
    • Watertransport Acrylnitril
      • Zeevaarttanker – Acrylnitril – giftige wolk
      • Zeevaarttanker – acrylnitril – plasbrand
    • Bunkering LNG
      • Bunkerschip – LNG – wolkbrand
      • Bunkerschip- LNG- Plasbrand
    • Watertransport LNG
      • Binnenvaarttanker – LNG – plasbrand
      • Binnenvaarttanker – LNG – wolkbrand
      • Zeevaarttanker – LNG – plasbrand
      • Zeevaarttanker – LNG – wolkbrand
    • Watertransport Ammoniak
      • Binnenvaarttanker Ammoniak – Giftige wolk
    • Watertransport Benzine
      • Binnenvaarttanker Benzine – Plasbrand
      • Zeevaarttanker – benzine – plasbrand
    • Watertransport LPG
      • Binnenvaarttanker LPG – Fakkelbrand
      • Binnenvaarttanker LPG – Koude BLEVE
  • Buisleidingen
    • Hoge druk Aardgasleiding
      • Hoge druk aardgasleiding – Fakkelbrand
    • Hoge druk aardgasleiding met bijmenging waterstof
      • Hoge druk aardgasleiding met bijmenging waterstof – Fakkelbrand
    • Kooldioxide buisleiding
      • Kooldioxide buisleiding – Giftige wolk
    • Ruwe Aardolie Leiding
      • Buisleiding Ruwe Aardolie – Plasbrand

Overzicht van alle Scenariokaarten