Scenarioboek Externe Veiligheid

Een handboek met beschrijvingen van ongevalscenario's met gevaarlijke stoffen

Hoofdmenu

  • Home
  • Nieuwsarchief
  • Achtergrondinformatie
    • Gebruik scenariokaarten
    • Beheer scenariokaarten
    • Onderbouwing
    • Bepaling van de omgevingsveiligheid
    • Bronnen scenariokaarten
    • Faq
    • Kaarten die niet zijn gemaakt
  • Contact

 

Print

 

Op deze pagina is een scenariokaart weergegeven waarin een ongeval met gevaarlijke stoffen is uitgewerkt. In de kaart vindt u informatie over wat er kan gebeuren en wat je kunt doen om het te voorkomen, beperken en bestrijden. Deze informatie kan gebruikt worden bij advisering over ruimtelijke ontwikkelingen. Bij het gebruik van de kaart is belangrijk in acht te nemen dat het slechts een voorbeeldscenario is. Het daadwerkelijke verloop van het scenario is altijd afhankelijk van situatiespecifieke omstandigheden.
Status van de kaart: Actueel
  • Laatste update: 25 februari 2020
Water

Bunkerschip – LNG – wolkbrand

Algemene beschrijving
Een wolkbrand ontstaat doordat tijdens het tanken van LNG de vulslang tussen het bunkerschip en het binnenvaartschip afscheurt. Hierdoor stroomt LNG uit. Er wordt een gaswolk gevormd die zich over het water en in de lucht verspreidt. Deze wolk kan eenvoudig worden ontstoken. Het ontsteken van de gaswolk leidt tot een kortdurende vlammenzee.

Effecten
Het effect van een wolkbrand is een kortdurende vlammenzee wat zorgt voor warmtestraling. De effecten van een wolkbrand kunnen slachtoffers en schade in de omgeving veroorzaken. 

Wanneer de brandbare wolk ingesloten is en ontstoken raakt kan een gaswolkexplosie ontstaan. De maximale overdruk als gevolg van een gaswolkexplosie LNG op het water is zeer beperkt (maximaal 0.1 bar). Door de zeer beperkte impact van de overdruk is dit niet verder uitgewerkt in deze scenariokaart.

Toon alle gedetailleerde informatie Verberg alle gedetailleerde informatie

Parameters effectberekeningen
Sluit Parameters effectberekeningen
Modelleringsoftware
Effects file
TNO Effects 10.1.6:  Pool Evaporation; Dense Gas Dispersion; Multi Energy model.
Uitgangspunten  
Stofnaam Methaan
Stofcategorie GF0
Debiet 118 kg/s [1]
Duur uitstroming 7,5 min [2]
Omgevingstemperatuur 9  °C
Watertemperatuur 9  °C
Temperatuur in tank -162  °C
Windrichting West
Windsnelheid 5 m/s
Observatiehoogte 1,5 m
Blootstellingduur personen 20 s
Resultaten  
Duur uitstroom tijd 10 min
tmac [3] 450 s

Max massa (kg)

StedelijkVerstedelijkt
Landelijk
MassaMassaMassa
D5 420043005000
F1,5
29.00030.00035.000
 
Kans van optreden
Sluit kans van optreden

De kans op een ongeval met een enkelwandige binnenvaarttanker, waardoor er LNG uitstroomt, wordt geschat op 1 . 10 -7  tot 4 . 10 -7 per vaartuigkilometer per jaar[4]

De kans op een wolkbrand na een ongeval met een binnenvaart gastanker LNG wordt bepaald door de kans op een ongeval, de kans dat daarbij LNG uitstroomt, de kans op een vertraagde ontsteking en de kans dat de wolk niet explodeert. Deze kans wordt per binnenvaart gastanker, per jaar, per vaar-kilometer geschat op [5]:

   N ongeval N uitstroming  N vertraagde ontsteking N wolkbrand N scenario
Vaarklasse 4 8.67 x 10-8  2.67 x 10-5  0.3 0.6 = 4.2 x 10-13
Vaarklasse 5 1.32 x 10-7 3.58 x 10-5  0.3 0.6 = 8.5 x 10-13
Vaarklasse 6 4.14 x 10-7 6.00 x 10-5  0.3 0.6 = 4.5 x 10-12

De kans op een gaswolkexplosie na een ongeval met een binnenvaart gastanker LNG wordt bepaald door de kans op een ongeval, de kans dat daarbij LNG uitstroomt, de kans op een vertraagde ontsteking en de kans op een explosie. Deze kans wordt per binnenvaart gastanker, per jaar, per vaar-kilometer geschat op [5] :

   N ongeval N uitstroming  N vertraagde ontsteking N explosie N scenario
Vaarklasse 4 8.67 x 10-8  2.67 x 10-5   0.3 0.4 = 2.8 x 10-13
Vaarklasse 5 1.32 x 10-7 3.58 x 10-5  0.3 0.4 = 5.7 x 10-13
Vaarklasse 6 4.14 x 10-7 6.00 x 10-5  0.3 0.4 = 3.0 x 10-12

Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:

  • Het aantal verladingen verminderen;
  • Het aantal transportbewegingen verminderen;
  • Technische specificaties van het schip optimaliseren.
Effecten
Sluit Effecten

Het effect van een wolkbrand is een kortdurende vlammenzee wat zorgt voor hittestralling.  De effecten van een wolkbrand kunnen slachtoffers en schade in de omgeving veroorzaken. Omdat de blootstellingstijd kort is, blijven de effecten beperkt tot de omvang van de brandbare wolk. De omvang van deze wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden.

Wanneer de brandbare wolk ingesloten is en ontstoken raakt kan een gaswolkexplosie ontstaan. De maximale overdruk als gevolg van een gaswolkexplosie LNG op het water is zeer beperkt (maximaal 0.1 bar). Door de zeer beperkte impact van de overdruk is dit niet verder uitgewerkt in deze scenariokaart.

Binnen de brandende wolk zullen alle in de buitenlucht aanwezige personen overlijden. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de bescherming van bijvoorbeeld gebouwen komen mensen te overlijden (†) of raken gewond: van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Buiten de brandbare wolk worden geen slachtoffers verwacht [7].

In de tabel hieronder wordt de omvang van de brandbare wolk weergegeven voor de volgende geografische gebieden [8]:

  • Stedelijk gebied (bijv. grote steden met hoge gebouwen, industriegebieden met hoge bebouwing);
  • Verstedelijkt landelijk gebied (bijv. gebieden met dichte laagbouw, bossen en industriegebieden);
  • Landelijk gebied (bijv. landelijke gebieden met verspreid liggende laagbouw).

De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de contouren van de brandbare wolk.

Weertype D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s )

Tabel effectafstanden en gevolgen

D5Stedelijk gebied
(meter)
Verstedelijkt
gebied
(meter)
landelijk
gebied (meter)
Slachtoffers buiten (%)
LengteLengteLengte†T1T2T3
In de wolk320330470100000
Grens brandbare wolk
320330470100000
Buiten de wolk> 320> 330>4700000

Omvang brandbare wolk

Weertype F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s )

Tabel effectafstanden en gevolgen

F1,5Stedelijk gebied
(meter)
Verstedelijkt
gebied
(meter)
landelijk
gebied (meter)
Slachtoffers buiten (%)
LengteLengteLengte†T1T2T3
In de wolk300310400100000
Grens brandbare wolk
300310400100000
Buiten de wolk> 300> 310>4000000

Omvang brandbare wolk

 

Zelfredzaamheid en Handelingsperspectief
Sluit Zelfredzaamheid en Handelingsperspectief

Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een wolkbrand op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven. [9]

Mogelijk handelingsperspectief

Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is noodzakelijk.

  • Voor personen buiten is het handelingsperspectief (haaks op de wind) vluchten. Vluchten tot (ruim) buiten de zichtbare wolk
  • Mochten er schuilmogelijkheden zijn, is een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
  • Voor personen binnen is het handelingsperspectief binnen blijven en schuilen achter een muur. Het sluiten van ramen en deuren kan soms (dichtbij de bron) helpen (ramen en deuren wijd open zetten is zeer onverstandig).

Randvoorwaarden

De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Het verloop van het ongevalsscenario:

  • De snelheid waarmee het scenario wolkbrand zich voltrekt is afhankelijk van het ontstekingsmoment.
  • Na ontsteking zijn direct de effecten merkbaar en duurt de wolkbrand slechts enkele seconden.

Herkenbaarheid van het scenario:

  • Een wolkbrand is door zijn warmtestraling direct waarneembaar door aanwezigen.
  • Als de wolk nog niet ontstoken is, is het mogelijke gevaar van een wolkbrand voor onwetenden niet direct herkenbaar. De wolk is wel herkenbaar aan de witte condensatie. 

Mate van bewustzijn van de gevaren:

  • Weten dat er een ongeval is met een LNG schip
  • Weten wat de gevaren zijn van LNG
  • Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) wolkbrand

Gesteldheid van personen:

  • Fysieke gesteldheid
  • Geestelijke  gesteldheid

Aanwezige voorzieningen:

  • Mogelijkheden om haaks op de wind te vluchten
  • Mogelijkheden om te schuilen
Optreden Multidisciplinaire hulpverlening
Sluit Optreden Multidisciplinaire hulpverlening

Brandweerzorg

De wolkbrand is van  korte duur. De hulpverlening komt ter plaatse nadat de wolkbrand is geweest. Daardoor ligt bij dit scenario de nadruk op redden/evacueren, uitbreiding voorkomen en blussen van secundaire branden.
In onderstaande tabellen is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.

Relevante brandweerprocessen

  • Bron- en emissiebestrijding: 
    – Bepalen van het bron- en effectgebied;
    – Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door
       middel van het afschermen van de omgeving;
    – Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de
       omgeving blussen;

    – Waarschuwen bevolking. [10].

  • Redding:
    – Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers). 

Relevante aspecten bij het optreden van de brandweer

  • Aanwezigheid van een actueel IBP van het watergebied [11];
  • Afstemming van de onderlinge organisatie- en communicatiestructuren van de betrokken partijen;
  • Voorbereiding op samenwerking met betrokken partijen en passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit);
  • Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd);
  • Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen);
  • Beschikbaarheid alarmeringssysteem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen.
  • Toegankelijkheid aanlandingsplaats in directe omgeving van incident.

Capaciteit [12]:

  • Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving. Bij dit incident is uitgegaan van verstedelijkt gebied [13]. 
  • Houdt rekening met de inzet van een peloton (4  tankautospuiten)  voor redding/evacuatie en hulpverlening aan slachtoffers via vaartuigen in samenwerking met andere organisaties.

Opkomst/inzettijd [14]

Schematische weergave incident verloop grootschalig brandweer optreden

 

Zorgnormen Incidentbestrijding op het water
[15]

30 minuten

– Norm opkomsttijd eerste peloton [16] De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan.
-SAR 5 personen (KNRM)
– 6 l/m²/min oppervlakte schip (verhoogde gebiedsnorm)

45 minuten

-1 mobiele pomp en/of
-1 equivalent autospuit 2000 l/min
-2 vaartuigen met 45.000l/min(zeegaande schepen)

120-240 minuten

-2 vaartuigen met 45.000 l/min
-SAR 25-200 personen (KNRM verhoogde gebiedsnorm)

Bluswatervoorziening

  • Vanwege de nabijheid van water is de aanname dat voldoende secundaire bluswaterbronnen voorhanden is ten behoeve van koeling/blussing.
  • Benodigde capaciteit is 6 l/m²/min [17]

Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers [14]

  • In de hectische fase wordt uitgegaan van de zelfredzaamheid op het schip. Daarnaast komt de redding op gang via de schepen in de directe omgeving. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
  • Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie op de wal is mogelijk via het invoeren van de effectafstanden in Bag populatieservice

Geneeskundige zorg

De geneeskundige hulpverlening start met de processen

  • Spoedeisende Medische Hulpverlening:[19] 
    – Triage;
    – Inrichten van een gewondennest en behandelen van slachtoffers;
    – Vervoeren/Verwijzen naar ziekenhuizen.
  • Publieke gezondheidszorg:
    – De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid via (drink)water (gebiedsafhankelijk).
    – Onderzoek individueel
  • Psychosociale Hulpverlening:
    – Signaleren getroffenen
    – Verwijzen getroffenen

Relevante aspecten zijn

  • Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers met ernstige brandwonden.
  • Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de aanlandingsplaats.
  • Veilige werklocatie voor de GHOR.
  • Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Aantal slachtoffers

<10
  • In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig.  Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput.
> 10
  • Het LPCGBI treedt in werking [20].
  • De leidraad GGB kan in werking worden gesteld. [21]
> 250
  • De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd. Uitgegaan wordt van 250 slachtoffers waarvan 25 T1, 75 T2 en 150 T3. [22]

Type slachtoffers

  • Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen met ernstige brandwonden (locatiespecifiek). Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan. [23]
  • Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzame personen (zorginstellingen).

Type letsel

  • Door warmtestraling ontstaan uitwendige brandwonden. Bij inademing van hete gassen ontstaat inhalatietrauma.
  • Stabilisatie van brandwondenslachtoffers is mogelijk in elk level 1 ziekenhuis  [24]. Specialistische behandeling van brandwonden kan in een beperkt aantal centra in Nederland plaatsvinden [25].
  • Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.
  • Een langdurig traject van nazorg restletsel en psychotrauma  [26] is te verwachten.

Water- en zeevaartzorg

  • Search and Rescue (SAR)
    – Via de inzet van Search and Rescue (SAR) krijgen slachtoffers toegang tot de geneeskundige hulpverlening.
  • Nautisch verkeersmanagement
    – Het regelen van het verkeer is een wettelijke taak van de politie en nautisch beheerder. 
  • Beheer waterkwaliteit
    – Het zorg dragen voor de kwaliteit van het water.
  • Beheer waterkwantiteit en waterkeringen
    – Activiteiten die verricht worden in het kader van waterkwantiteitsbeheer zijn de zorg met betrekking tot hoogwater/ overstromingen, laagwater en ijsbezwaar (in de zin van waterkwantiteit: ijsdammen en stuwing). 

Optreden politie

De politie start met de processen

  • Afzetten en afschermen
    – Afzetten effectgebied
    – Creëren veilige werkomgeving voor hulpdiensten
    – Ontruimen van het effectgebied of aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen.
  • Mobiliteit
    – Indien nodig begeleidend transport overige hulpverleners als de verkeerssituatie daarom vraagt
    – Opstellen mobiliteitsplan.
    – Indien mogelijk informeren van bewoners en/of andere aanwezigen in het gebied.
  • Indien relevant
    – Handhaven openbare orde
    – Strafrechtelijke handhaving

Relevante aspecten bij het optreden van de politie

  • De politie heeft geen beschermende kleding of ademlucht om op te kunnen treden en kunnen daarom niet opereren in blootgesteld gebied.
  • Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied.
  • Voldoende mensen en middelen om het effectgebied te kunnen evacueren en af te kunnen zetten.

Optreden gemeente (Hulpverlening)

Mogelijke taken

Gemeente

  • Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
  • Voorlichting/communicatie over het ongeval
  • Registreren van slachtoffers

Randvoorwaarden

Gemeente

  • Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied
  • Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
  • Operationeel voorlichting- en communicatieplan
Maatregelen
Maatregelen

Kansbeperkend

Maatregel Werking van de maatregel
Wegnemen van de risicobron Het wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg.
Begrenzen van het aantal bunkerbewegingen Minder bunkerbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af.

Effect en gevolgbeperkend

Maatregel Werking van de maatregel
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt.
Verdeling typen gebouwen Door rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen.
Venstertijden Door gebruik te maken van venstertijden voor verlading worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden.  
Bouwwerken als afscherming Ook door middel van bouwwerken, zoals gebouwen of tunnels, kan schaduwwerking gerealiseerd worden. Een gebouw  tussen de  activiteit met gevaarlijke stoffen en kwetsbare objecten/vluchtroutes kan dienen als afscherming. Eerstelijns bebouwing kan een deel van de kracht van de explosie breken.
Objecten loodrecht op de bron plaatsen  Door objecten loodrecht op de risicobron te plaatsen, met de kortste zijde aan de kant van de risicobron, wordt het grootste deel van de gevels beschermd tegen de frontale effecten van een drukgolf.
Toepassen van brandwerend metselwerk De keuze van het metselwerk bepaalt de brandwerendheid van de gevel. 
Gebruik maken van minerale wolisolatie Minerale wolisolatie is onbrandbaar.
Toepassen van brand- en hittewerende beglazing Brand- en hittewerende beglazing bestaat uit gelaagd glas, samengesteld uit twee of meer lagen blank floatglas en één of meer speciale opschuimende tussenlagen. In geval van brand vormen deze tussenlagen een beschermend schild.
Toepassen van explosiewerend glas Explosiewerende gelaagde veiligheidsbeglazingen blijven op hun plaats in de sponning na een schokgolf als gevolg van een explosie van buitenaf.
Gebruik maken van houten en stalen kozijnen Houten en stalen kozijnen zijn getest voor een brandwerende toepassing. Kunststof kozijnen (zonder stalen vulling) zijn niet brandwerend.
Scherfwerking beperken Materialen gebruiken die mensen beschermen tegen scherfwerking, zoals daktegels ipv grind.
Dikke gevel Een dikkere gevel kan bescherming bieden tegen een explosie. Het bedekken van de muur met cortenstaal kan een gevel ook explosiebestendig maken.
Stevige wanden Wanden voorzien van blastproof wallpaper kunnen het risico op verwondingen door rondvliegend puin beperken.
Toepassen van een gesprinkelde buitengevel Bij een gesprinkelde buitengevel wordt water automatisch over de gevel gespoten in geval van een calamiteit.
Hoogteverschillen creëren en benutten Door hoogteverschillen in de omgeving te creëren of te benutten kan schaduwwerking gerealiseerd worden om mensen meer tijd te bieden om te vluchten naar veiligere plekken. Hoogteverschillen kunnen bijvoorbeeld gecreëerd worden door het aanbrengen van een wal of scherm.
Aarden wal aanbrengen Door een aarden wal aan te brengen tussen de risicobron en de risico-ontvanger wordt de risico-ontvanger bij een explosie afgeschermd van rondvliegende scherven/puin en de drukgolf wordt afgebogen.

Bevordering van de zelfredzaamheid

Maatregel Werking van de maatregel
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. 
Risicocommunicatie Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied het bete handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario.
Galerij / trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw plaatsen Door de galerij/trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw te realiseren, vormt het gebouw zelf een bescherming tegen de warmtestraling.
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn.
Verzamelplaatsen bepalen en geschikt maken voor een (dreigende) bleve-gaswolkexplosie De verzamelplaats dient dan als een schuilplaats als mensen binnen in het gebouw niet meer voldoende beschermt zijn tegen het scenario.
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een bleve-gaswolkexplosie  Door te oefenen met het gaswolkexplosie-scenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit.

Bevordering van de hulpverlening

Maatregel Werking van de maatregel
Werkende communicatiemiddelen Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken.
Waarschuwingsmiddelen Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken.
Afstemming hulpdiensten Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief.
Bluswater Voor een adequate hulpverlening van de brandweer is het van belang dat voldoende bluswater aanwezig is bij de activiteit met gevaarlijke stoffen. Door de waterbron onderdeel te laten zijn van een doorlopend watersysteem, wordt het water steeds aangevuld.
Voorbeeld
Voorbeeld

De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van Wolkbrand op het water.
Suggesties kunnen gemaild worden naar info@scenarioboekev.nl

  1. Debiet tijdens bunkeren ↩
  2. Aanname worstcase scenario, ESD faalt ↩
  3. tmac is de tijdsduur met een maximale LEL-contour. tmem is de duur tot de maximale explosieve massa is bereikt. ↩
  4. HART.hoofdstuk 11.4.versie 1.1. april 2015 ↩
  5. HART.hoofdstuk 11.4.versie 1.1. april 2015  ↩
  6. HART.hoofdstuk 11.4.versie 1.1. april 2015  ↩
  7. Bij de slachtofferberekening is uitgegaan van onbeschermde personen. ↩
  8. In Effects respectievelijk: city centre, cultivated land en open flat terrain ↩
  9. In deze beschrijving wordt uitgegaan een wolkbrand. Mocht de wolk nog niet zijn ontstoken is er tijd voor het handelingsperspectief. Wanneer de wolk is ontbrand is er geen handelingsperspectief. ↩
  10. goed werkend internet en mobiele telefonie,    buurten ten behoeve van zelfredzaamheid, risicocommunicatieplan ↩
  11. Handboek incidentbestrijding op het water fig. 35 p.137 ↩
  12. Verlies van capaciteit, die nodig voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buitenbeschouwing gelaten, doordat deze situationeel is. ↩
  13. Bij buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig ↩
  14. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en
    Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0 ↩
  15. Handboek Incidentbestrijding op het water, basisnorm figuur 28&3, p.125 Afhankelijk van risicobeeld is er een verhoogde gebiedsnorm ↩
  16. Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten  doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20 ↩
  17. Handboek Incidentbestrijding op het water p125 basisnormen en verhoogde gebiedsnormen ↩
  18. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en
    Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0 ↩
  19. De Nederlandse slachtofferregistratiekaart p.3. oktober 2006 ↩
  20. LPCGBI p.1 september 2013 ↩
  21. Leidraad GGB p.12 december 2015 ↩
  22. Leidraad GGB p.10 december 2015 ↩
  23. Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan ↩
  24.  landelijk netwerk acute zorg www.lnaz.nl  ↩
  25. Beverwijk, Rotterdam, Groningen ↩
  26. casus ” Het Hemeltje” Volendam ↩
Print

 

Ontwikkeld door:

 
In samenwerking met:
  • Disclaimer & Privacy Policy

Overige Scenariokaarten  Overige Scenariokaarten

bekijk alle resultaten…
  • Bedrijven
    • Ammoniak koelinstallatie
      • Koelinstallatie Ammoniak – Giftige wolk
    • Benzine-Tankstation
      • Tankwagen Benzine – Plasbrand
    • CNG-Tankstation
      • CNG Tankstation – Fakkelbrand
      • CNG Tankstation – Wolkbrand
    • Electriciteits Opslag Systeem
      • Li-ion Energieopslag systeem (EOS) – Giftige wolk
    • LPG-Tankstation
      • Tankwagen LPG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LPG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LPG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LPG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
    • LNG-Tankstation
      • Tankwagen LNG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LNG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LNG – Plasbrand
      • Tankwagen LNG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LNG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
    • Opslagloods gevaarlijke stoffen
      • Opslagloods gevaarlijke stoffen (PGS 15) – Giftige wolk
    • Propaantanks
      • Propaan opslagtanks – Fakkelbrand
      • Propaan opslagtanks – Warme BLEVE
      • Propaan opslagtanks – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
      • Propaan opslagtanks – Koude BLEVE
    • Waterstof-Tankstation
      • Waterstoftankstation – Explosie
      • Waterstoftankstation – Fakkelbrand
  • Weg
    • Transport Acrylnitril
      • Tankwagen Acrylnitril – Giftige wolk
      • Tankwagen Acrylnitril – Plasbrand
    • Transport Ammoniak
      • Tankwagen Ammoniak – giftige wolk
      • Tankwagen Ammoniak-gaswolkexplosie?
    • Transport Benzine
      • Tankwagen Benzine – Plasbrand
    • Transport LNG
      • Tankwagen LNG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LNG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LNG – Plasbrand
      • Tankwagen LNG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LNG – Wolkbrand
    • Transport LPG
      • Tankwagen LPG – Fakkelbrand
      • Tankwagen LPG – Koude BLEVE
      • Tankwagen LPG – Warme BLEVE
      • Tankwagen LPG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
    • Transport Methanol
      • Tankwagen methanol – Plasbrand
    • Transport Waterstof
      • Cilinderpakket Waterstof – Explosie
      • Cilinderpakket waterstof – Fakkelbrand
      • Tubetrailer Waterstof – Explosie
      • Tubetrailer Waterstof – Fakkelbrand
    • Transport Zwaveltrioxide
      • Tankwagen Zwaveltrioxide – Giftige wolk
  • Spoor
    • Spoortransport Ammoniak
      • Ketelwagen Ammoniak – Giftige Wolk
    • Spoortransport Acrylnitril
      • Ketelwagen Acrylnitril – Giftige wolk
      • Ketelwagen Acrylnitril – Plasbrand
    • Spoortransport Benzine
      • Ketelwagen benzine – Plasbrand
    • Spoortransport Broom
      • Ketelwagen Broom – Giftige wolk
    • Spoortransport chloor
      • Ketelwagen chloor – Giftige Wolk
    • Spoortransport Fosfortrichloride
      • Ketelwagen Fosfortrichloride – Giftige wolk
    • Spoortransport LPG
      • Ketelwagen LPG – Fakkelbrand
      • Ketelwagen LPG – Koude BLEVE
      • Ketelwagen LPG – Warme BLEVE
      • Ketelwagen LPG – Wolkbrand / Gaswolkexplosie
    • Spoortransport Methylisocyanaat
      • Ketelwagen Methylisocyanaat – Giftige wolk
      • Ketelwagen Methylisocyanaat – Plasbrand
    • Spoortransport Zwaveldioxide
      • Ketelwagen Zwaveldioxide – Giftige wolk
  • Water
    • Watertransport Acrylnitril
      • Zeevaarttanker – Acrylnitril – giftige wolk
      • Zeevaarttanker – acrylnitril – plasbrand
    • Bunkering LNG
      • Bunkerschip – LNG – wolkbrand
      • Bunkerschip- LNG- Plasbrand
    • Watertransport LNG
      • Binnenvaarttanker – LNG – plasbrand
      • Binnenvaarttanker – LNG – wolkbrand
      • Zeevaarttanker – LNG – plasbrand
      • Zeevaarttanker – LNG – wolkbrand
    • Watertransport Ammoniak
      • Binnenvaarttanker Ammoniak – Giftige wolk
    • Watertransport Dimethylether
      • Zeevaarttanker – Dimethylether – Plasbrand
    • Watertransport Benzine
      • Binnenvaarttanker Benzine – Plasbrand
      • Zeevaarttanker – benzine – plasbrand
    • Watertransport LPG
      • Binnenvaarttanker LPG – Fakkelbrand
      • Binnenvaarttanker LPG – Koude BLEVE
  • Buisleidingen
    • Hoge druk Aardgasleiding
      • Hoge druk aardgasleiding – Fakkelbrand
    • Hoge druk aardgasleiding met bijmenging waterstof
      • Hoge druk aardgasleiding met bijmenging waterstof – Fakkelbrand
    • Kooldioxide buisleiding
      • Kooldioxide buisleiding – Giftige wolk
    • Ruwe Aardolie Leiding
      • Buisleiding Ruwe Aardolie – Plasbrand

Overzicht van alle Scenariokaarten